dinsdag 26 april 2016

Nepal, 24 april 2016.

Net kocht ik met mijn credit-card een flesje water en een croissant. Euro munten accepteren ze niet; mijn ING creditcard wel. Een nacht in een Airbus A380-800. Het vliegtuig was bomvol en van slapen afgezien van wat doezelen, kwam weinig. Nu zitten we in een rustig hoekje van het enorme vliegveld. Er staan hier slaapstoelen en mijn medereizigers dommelen of hebben de Ipad op de schoot.
 Allereerst is er Henk, die de kindertehuizen heeft opgezet, nadat hij een Nepalese trouwde. Henk is maatschappelijk werker en houdt zich beroepsmatig bezig met asielzoekers.Toen ik gister op Schiphol kwam en me naar de afgesproken plek wilde begeven zag ik Henk voorbij lopen, in gezelschap van Diego. Diego is tandarts en gaat de gebitten van de kinderen nakijken, niet alleen van de scholen en het kindertehuis van de stichting, maar ook die van een bevriende organisatie. Zal een drukke week worden.


De vierde medereiziger troffen we bij de incheckbalie: het is Peter, de nieuwe penningmeester van de stichting. Er zijn plannen voor een nogal drastische reorganisatie in Nepal.  Door het ontbreken van een penningmeester vorig jaar is de boekhouder in Nepal er maar mee opgehouden. Ook de manager heeft niets gezegd hoewel hij de boekhouder op zijn verplichtingen had kunnen wijzen.

Beiden, de manager zowel als de boekhouder hangt ontslag boven het hoofd. Peter moet de nieuwe organisatie gaan opzetten en controleren. Henk denkt dat mijn aanwezigheid een positieve bijdrage kan leveren bij dit alles. Henk meldt nu dat we niets te eten zullen krijgen op de vlucht naar Kathmandu; het is een low budget vlucht en voor eten moet worden betaald. Dat is een tegenvaller, ontbijt hebben we ook al niet gehad. Peter denkt het wel vol te kunnen houden en Henk bijt in een appel. Ik haal koffie en een scone bij caffé Nero.




Om half elf besluiten we onze gemakkelijke stoelen te verlaten, de vertrektijd van ons vliegtuig is 12.20, maar we moeten naar een andere terminal. En een bus zal ons brengen. Er is verwarring of we naar boven of juist naar beneden moeten, we dalen een trap af en besluiten te vragen. We worden gedirigeerd naar de uitgang en horen dat we de bus wel kunnen nemen, alvast. Maar waar is Henk?

Opeens zijn we met z’n drieën. We besluiten te wachten; Henk moet hier langs, wil hij niet zijn vlucht missen. Diego gaat op onderzoek uit, we gaan naar het toilet, we wachten… We betrekken het personeel van de vertrekhal bij ons probleem. Ze zeggen niets te kunnen doen, maar we mogen een briefje achterlaten met onze namen, mocht Henk nog komen.

We stappen in de bus, we moeten willen we ons vliegtuig niet missen.. De bus doorkruist het vliegveld dat ons immens voorkomt, met een slakkengang. Alle verkeer op het vliegveld rijdt in hetzelfde tempo. We zien in de verte  de vliegtuigen van Flydubai , tergend langzaam rijdt de bus ernaar toe. Zo meteen moeten we nog rennen, willen we onze vlucht halen. Eenmaal in de terminal moet opnieuw de bagage gescand, alles op traytjes, in de rij. Rustig aan, werkt men hier. Een van de Arabische vrouwen besluit de rugzak van Diego te controleren. Alle speeltjes die hij voor de kinderen van het kindertehuis meebracht haalt ze een voor een tevoorschijn. Het is twintig over twaalf, de  vertrektijd van ons vliegtuig.

Maar de mensen bij de balie, waar we het briefje achterlieten, verzekerden ons dat het vliegtuig vertraagt is tot één uur. Hopen we dat deze info correct is. Daar is het: onze gate, F12, geen Henk. De laatste oproep voor de passagiers van onze vlucht klinkt. Geen tijd nog naar de wc te gaan, we moeten door de controle  Peter vraagt of Henk al heeft ingecheckt en Diego spelt de naam. Het antwoord luidt … bevestigend.

Opnieuw stappen we in een bus, die ons naar het vliegtuig gaat brengen. Buiten is het warm, 34 ° C, hoewel bewolkt en heiig. De bus rijdt een rondje om het vliegtuig en stopt achter een andere bus. Uit die bus zien we Henk uitstappen! Geen van ons geeft een kik; we zien hem de trap bestijgen. Bovenaan gekomen kijkt hij ingespannen, alsof hij uitkijkt naar ons.. Als we eindelijk naast elkaar onze zitplaatsen hebben ingenomen blijkt dat de balie, waar wij het briefje achterlieten, Henk te hebben doorgestuurd: de rest van het gezelschap zou wel komen.

Een wit wolkendek onder ons, turbulentie. Ik mag niet naar de wc, nog steeds niet want het bordje ‘fasten seatbelt’ brandt nog steeds. Henk en Diego bestellen ‘chickenwraps’ en betalen met hun credit-card. Ik krijg er een gratis, als troost omdat ik niet naar de wc mag?

De aankomsthal van Kathmandu is een aangename verrassing: geen steriel wit, zoals andere vliegvelden, maar de warme kleur van roodbruine stenen. En de donkere kleur van houten panelen. In de ontvangsthal ligt blauw tapijt op de vloeren. We moeten nu een visum aanvragen en dat kan zowaar elektronisch op een apparaat dat eerst je paspoort scant. We doorlopen alle vier de procedure en lopen daarna naar de kassa om het bedrag te voldoen. Men heeft liever euro’s dan credit card. Als ik het ontvangst reçu’tje aanneem zie ik dat het is voor 25 US$ terwijl ik euro’s betaalde. Ik vind het niet zo’n punt; Diego zegt er wat van en krijgt een euro extra terug.

Dan nog door de paspoortcontrole: tot mijn verbazing wordt mij gevraagd het visumformulier in te vullen en met pasfoto in te leveren: we hebben toch net alles ingevoerd? Ik kom als laatste terug in de rij; iedereen schijnt voor mij te mogen, Peter wacht op me terwijl de anderen de bagage zijn gaan verzamelen. De tweede keer krijg ik een vrouw, ze glimlacht naar me en informeert belangstellend wanneer ik ben vertrokken: zaterdag, zaterdagavond. Het lijkt alweer lang geleden. Later zie ik dat ze hoogzwanger is.

Twee taxi’s wachten, heeft Henk geregeld. De taxi’s zijn mini, later begrijpen we waarom: de straten van Kathmandu  zijn ook mini. De bagage gaat op het dak. Later Informeer ik nog eens bij Peter of hij echt niet dag formulier behoefde in te vullen: het is ook zijn eerste bezoek aan Nepal,