Ruim op tijd ben ik, om de 9.42 naar Alkmaar te halen; de
trein heeft tien minuten vertraging. De tijd is overgegaan naar wintertijd, ik
moet nu tijdig op pad om het daglicht te benutten. In Alkmaar hoop ik de weg
terug te kunnen vinden naar het bruggetje, waar ik mijn wandeling afbrak.
Ik maak een omweggetje via het centrum, omdat even de sfeer
van Alkmaar op de vroege zondag te proeven. De St. Laurenskerk ligt er rustig
bij. Ik stap binnen bij café “De bonte bengel”. De eigenaar leest zijn krantje,
vergeet suiker en melk bij mijn koffie te
geven en geen koekje; de koffie smaakt goed. De eigenaresse komt binnen, overziet
haar zaak en wenst heel nadrukkelijk mij een ‘goede morgen’. Bijna intimiderend
die gewoonte van altijd groeten in West Friesland. Dan begint ze energiek
kussens op de stoelen van het terras te leggen.
Grachtje
in Alkmaar in de vroege ochtend en in herfsttooi.
|
Ik vervolg mijn weg naar Oudorp, waar ik opnieuw langs de
molens kom. De Munnikenweg, nu fietspad was eertijds een weg die werd beheerst
door twee dwangburchten van Floris V. Ik passeer de Zes Wielen, plassen die ik
nu begrijp niet zijn veroorzaakt door dijkdoorbraken, maar ontleend aan de
wielen of schepraderen van de overtomen waarmee men scheepjes optakelde. De
molens langs de Schermer weerspiegelen in het stille water van de vroege
ochtend. De zon schijnt volop.
Het bruggetje heet Kippenbruggetje en was vroeger onderdeel van het kerkepad voor de boeren uit de Schermer; het bruggetje is gerenoveerd in 2005. Terwijl ik verder loop over de dijk langs de Schermer nader ik een verkeersknooppunt. Ik passeer een tunnel onder de N244 en dan bevind ik me
op de omringdijk. Er bovenop ligt een weg, ernaast een
rietland met de ringvaart van de Schermer, die hier Huygenvaart heet. Als de
weg naar beneden loopt en de dijk overgaat in wandelpad pauzeer ik voor een
boterham, het is inmiddels half een. In de Schermer wordt geploegd, de zwarte
aarde omwoeld, verderop staat rode kool op het land. Bij het plaatsje Oterleek
klimt de weg opnieuw de dijk op.
Drie
molens bij Rustenburg.
|
Op weg naar Rustenburg passeer ik drie molens. Drie van de
in totaal elf molens over van de 52 die ooit de Schermer droogmaalden en droog
hielden. Tot de beginjaren van de vorige eeuw. De polder ligt 4 tot 4 ½ meter onder NAP, dat verschil
was te groot om in een keer te overbruggen. Daarom werden molens op een rij
geplaatst die elk het water een stukje omhoog maalden.
De molens zijn bewoond. Een molenbewoner zit buiten,
genietend van de zon. Klompjes staan in rekken naast de toegangsdeur. In
Rustenburg passeer ik Café-restaurant “De Gouden Karper”, waar ik binnenstap en
koffie met zelfgebakken (lekkere) appeltaart geniet. De serveersters, in zwart
met een grote gouden G op hun schort, hebben het druk: motorrijders pauzeren
hier, dijken zijn altijd populair op zondag bij motorrijders.
Rond drie uur sta ik voor de katholieke kerk H.Bavo in
Ursem. Mijn plan was: in Ursem de bus nemen naar Obdam en verder met de trein.
Omdat het nog zo vroeg is, besluit ik verder te lopen. Maar niet naar Obdam,
dat noordelijk ligt, maar naar Schermerhorn naar het zuiden. Vandaar kan ik de
route over de Eilandspolder volgen en in De Rijp de bus terug nemen. Deze route
liep ik vorige week ook.
Voor mijn gevoel moet ik hier rechts afslaan om naar het
zuiden te lopen. Maar na een poosje krijg ik het gevoel dat iets niet klopt:
met het kompas erbij blijkt de zon aan de verkeerde kant te staan. Terug naar
de dijk bij Ursem, en bordje ‘Schermerhorn’ volgen. Omdat dit het vervolg is
van de dijk geeft het mij het gevoel nog steeds op de omringdijk te lopen. Hoe
de omringdijk echt verder loopt moet ik een volgende keer zien uit te puzzelen.
Ursem,
moderne huizen in oude bouwstijl.
|
Ik loop langs een gebouw dat wel iets bijzonders moet zijn.
Het heeft een torentje met als windwijzer een zeemeermin en ernaast staat een
lange, zwart geteerde loods. Het blijkt het Noorderpolderhuis te zijn: hier
werden reparaties aan de molens uitgevoerd. Ook werd hier vergaderd door het
polderbestuur; daarvoor heeft het gebouw een ‘Heerenkamer’, zo vermeldt het
bord langs de weg.
Even verderop liggen de (elektrische) gemalen Wilhelmina en
Beatrix, die in 1929, samen met het gemaal Emma het werk overnamen van de 52
molens. Tot in 1998 werd overgegaan op computergestuurde gemalen.
De weg waarop ik loop, langs de Schermer ringvaart is nogal
druk, daarom steek ik het bruggetje over dat hier ligt. Ik kom uit bij de kerk
van Schermerhorn en herken het bord met de tekst: ‘red de borden’. De borden
bevinden zich in de kerk en bevatten oude teksten, waar ik me nu even niet in
verdiep. Ik volg de weg door het dorp en wordt gegroet door een familie
Westfriezen. Tot mijn ontnuchtering kijkt de vrouw mij niet aan terwijl ze
groet. Wat te denken van deze dwangmatige behoefte van de Westfriezen tot
groeten? Misschien komt het omdat ik nog steeds mijn zonnebril draag.
Het is inmiddels vier uur en ik ontdek een bushalte als ik
de N243 oversteek. Een bus rijdt van hier naar Purmerend en de bus(129) komt
net aangereden, maar ik laat hem rijden, nog te vroeg. Ik vervolg mijn weg de
Eilandspolder in. Een deel over een
dijkje, langs de molen de Havik, waar de pipowagen te koop staat, die we al
zagen op onze wandeling vorige week. We bewonderden het verrijdbare huisje, met
de helft van de ruimte bestaande uit bedstee en het achterste deel om te zitten
en een kacheltje. Water en toilet heeft de pipowagen niet. Te koop voor €
4.000.
Raadhuis van Graft. |
Rond vijf uur bereik ik het plaatsje Graft, ook alweer een
eigen Raadhuis met ernaast de vloer van de kerk, de kerk zelf werd afgebroken.
De grafzerken in de vloer zijn uit de zeventiende eeuw en hebben oude
merktekens. Men leefde destijds van de haringvangst en de welvaart van de
Gouden Eeuw is aan deze streken niet voorbij gegaan. Inmiddels zakt de zon
lager: een man geniet pauzerend op een
bruggetje van het spektakel.
Half zes passeer ik het voormalig Weeshuis van Graft. En de
tuin waar men zoveel pompoenen en kalebassen te koop aanbiedt; ik probeer te
ontdekken waar al die pompoenen vandaan komen. Uit de tuin achter het huis? Een
kijkje om het hoekje verraadt geen aanwezigheid van pompoenplanten, zodat ik
niet wijzer word.
De lucht vertoont de mooiste kleuren, als ik de bushalte in
De Rijp bereik. Ik moet nog veertig minuten wachten. Net als de week ervoor
loop ik nog een rondje door De Rijp en ontdek een huis uit 1655, dat de tijd
heeft doorstaan. De lichten binnen zijn aan en zichtbaar zijn de oude balken.
Zo’n robuust en sfeervol huis dat de tijd heeft doorstaan.
Bij de bushalte eet ik mijn laatste boterham. De maan staat
tegenover me tussen de huizen. Zo wacht ik tot de dubbele bus van K-net mij
oppikt en in een ruk naar Amsterdam vervoert.
De maan boven De Rijp. |