De 10.12 naar Alkmaar haal ik met gemak. De trein is
redelijk vol. Tussen de mensen zit een Chinees die aan een stuk door praat in
zijn telefoon. De hele reis naar Alkmaar hoor je hem aan het woord. De
conducteur slaat hem over bij de controle. Ik vraag me af of het wel een
telefoon is, misschien een opname apparaatje? Maar dan mag de ander blijkbaar
toch iets zeggen. Tegen die tijd hebben we Alkmaar bereikt en pakt hij paraplu
en tas en stapt samen met mij uit.
Alkmaar is in feeststemming: de brandweer geeft een
demonstratie op de kanaalkade. Ook rijdt er een heel oud brandweerauto’tje rond
met twee jongens in een antiek uniform. Ik besluit de binnenstad aan een nauwere inspectie te ontwerpen, ik
kom uit bij de St. Laurenskerk. Daar is het ook al zo druk. Er zijn
activiteiten voor kinderen en waarom loopt iedereen met een stok en daarop een
wit broodje?
Ik loop een rond om de kerk; oud is hij in ieder geval. En
reusachtig groot. Het verbaast me elke keer hoeveel moeite en geld onze
voorouders over hadden voor hun kerken. Terwijl er toch heel wat minder mensen
in zo’n stad woonden dan tegenwoordig, die de kosten moesten opbrengen. Twee mannen in jacket en met een stijve hoge
hoed lopen voor mij uit. Een van hen roept dat ik de ingang aan de andere kant
moet nemen. Behulpzaam als altijd, die West Friezen.
Ik loop nog een rondje om de kerk, dan vraagt een invalide
dame of ik kom voor de muziek. Natuurlijk, de heren in jacket zijn van het
muziekkorps. Om twaalf uur gaan de deuren open, zegt zij.
Ik weet niet of ik kom voor de muziek, ik kwam om mijn
wandeling langs de omringdijk te vervolgen. Maar ik heb ook wel trek in koffie.
Ik dwaal een van de zijstraatjes in en kom uit bij Bakker Koning, waar ik vraag
om koffie met appeltaart en slagroom. Als de bestelling wordt gebracht maak ik
een opmerking over de feestelijkheden. “Ja, is altijd met Alkmaar’s ontzet op 8
oktober…” antwoordt zij.
En zo kom ik onbedoeld en onverwacht terecht in de
geschiedenis van West Friesland, die zich uitstrekt tot vandaag. In 1573 werd
Alkmaar gered doordat de dijken werden doorgestoken en de belegering van de
Spanjaarden eindigde. In Alkmaar begon de victorie. ‘Alcmaria victrix’ staat onder het wapen.
Oudste huis
van Alkmaar, nog van hout gemaakt. Er moet nog ergens een kogelgat inzitten van
het Spaans beleg, maar dit heb ik niet kunnen ontdekken.
|
Nu ik dat weet loop ik toch even terug naar de
St.Laurenskerk. De deuren zijn inmiddels open en mensen stromen naar binnen;
het orgel speelt. Ik sluit me aan. Het muziekkorps zit klaar en alle stoelen
raken bezet. Als de dienst begint staan aanwezigen op en zingen het stedelied.
Ik ben benieuwd naar de tekst; maar alle programma’s zijn op.
Ik denk weer aan de omringdijk, maar eerst heb ik een ander
doel voor ogen: een onderhoudsmiddel voor mijn nieuwe nubuck wandelschoenen.
Het moet milieuvriendelijk zijn en ik heb het adres gevonden op internet. Me
realiserend dat op de dag van Alkmaar’s ontzet schoenenwinkels misschien
gesloten zullen zijn, begeef ik me op weg. Ik volg het Noordhollands kanaal dat
hier samenvalt met de Schermer ringvaart.
De tocht brengt mij op een industrieterrein. Ik ontdek
vlaggen met de naam van de winkel erop, hoop dat de deuren open zullen gaan.
Ja, ze glijden open: een zaak met sportartikelen. Ik schaf mijn onderhoudsmiddel
aan en vraag meteen aan de verkoopster of zij geen Alkmaar’s ontzet wil vieren.
Nee, de winkel is gewoon open, zelfs is er koopavond; het feest is meer voor
het centrum.
Ik loop terug naar Fnidsen en daar neem ik het pontje naar
de overkant. Samen met mij reist een mevrouw met haar fiets die ik al twee keer
tegenkwam en die steeds zegt mij trui zo mooi te vinden. Nu zegt ze niets. Ik
stap van het pontje en probeer mijn route weer op te pakken, m.b.v. de
routebeschrijving. Ik loop het Oudorperdijkje af; dit lijkt tenminste weer op
een dijk. Onderaan de dijk staat een omringbankje; ik ben op de goeie route. Ik
zoek een plekje om te lunchen. Even verderop spelen jongens in een voetbalkooi.
Aan de overkant een drukke verkeersweg.
En daarna raak ik hem hopeloos kwijt, die dijk. Een uur lang
loop ik heen en weer te zoeken, tot ik tenslotte een weg naar Oudorp insla. Aan
de andere kant, mogelijk onder een drukke verkeersweg moet de dijk liggen. En
dan ontdek ik het laatste omringbankje bij de Astrastraat. Ik loop de straat
uit tot ik bij een vaart kom. Aan de overkant ligt een dijk, zou hém kunnen
zijn.
Het is zoeken naar een brug, want die is hier niet. Terug,
weer naar het water, hopeloos, tot ineens ik de brug ontwaar. Tussen de
nieuwbouw, een hoog bruggetje; er staat een molen en een informatiebord. Ja,
hier loopt de omringdijk, als ik het goed heb staat de molen op de dijk. Daarom
mag ik de dijk niet op; de molen wordt bewoond, is privé.
Eindelijk sta ik buiten Alkmaar, buiten de drukte en buiten
de stad. Maar het is inmiddels vier uur; de rest van de dijk moet ik voor een
volgende gelegenheid bewaren. Wel liggen er poelen naast de dijk, die lijken op
wielen. Ik passeerde een school met de naam ‘de 6 wielen’. Ik loop terug naar
Oudorp op zoek naar een kop koffie. Maar Oudorp is een echt dorp ook al zit het
vast aan Alkmaar. Een Chinees heeft het wel, maar niets om even rustig te
zitten. Wel staat er een grote katholieke kerk.
Noordelijk van Oudorp is een landschappelijk gebied, hier
staan de vier molens die ik al op mijn vorige wandeling tegenkwam. Ik passeer
het weiland waar de dwangburcht ‘De Middelburg’ stond. De dwangburchten,
gebouwd door de Hollandse graven hadden als doel de West Friezen in bedwang te
houden. Deze dwangburcht werd vernietigd door Grote Pier in 1517. Grote Pier
was een Friese vrijheidsstrijder, van wie wordt verteld dat hij mensen een
Friese zin liet uitspreken. Konden zij de zin niet foutloos nazeggen gingen ze
over de kling. Na de tachtigjarige
oorlog kreeg West Friesland iets van zijn zelfstandigheid terug. Zo hechtten
West Friezen, net als de Friezen in Friesland aan hun onafhankelijkheid.
Terug naar Alkmaar waar de drukte van de feestelijkheden nog
heerst, ga ik op zoek naar die kop koffie. Opeens hoor ik mijn naam. Voor mij
staat de vrouw van een neef. Ze woont in de omgeving en is naar Alkmaar gekomen
voor het feest. Zo heb ik niet alleen een verre voorouder uit West Friesland,
maar ook nog tegenwoordig familie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten