dinsdag 27 oktober 2015

West Friese omringdijk, Alkmaar naar Ursum.


Ruim op tijd ben ik, om de 9.42 naar Alkmaar te halen; de trein heeft tien minuten vertraging. De tijd is overgegaan naar wintertijd, ik moet nu tijdig op pad om het daglicht te benutten. In Alkmaar hoop ik de weg terug te kunnen vinden naar het bruggetje, waar ik  mijn wandeling afbrak.

Ik maak een omweggetje via het centrum, omdat even de sfeer van Alkmaar op de vroege zondag te proeven. De St. Laurenskerk ligt er rustig bij. Ik stap binnen bij café “De bonte bengel”. De eigenaar leest zijn krantje, vergeet  suiker en melk bij mijn koffie te geven en geen koekje; de koffie smaakt goed. De eigenaresse komt binnen, overziet haar zaak en wenst heel nadrukkelijk mij een ‘goede morgen’. Bijna intimiderend die gewoonte van altijd groeten in West Friesland. Dan begint ze energiek kussens op de stoelen van het terras te leggen.

Grachtje in Alkmaar in de vroege ochtend en in herfsttooi.
Ik vervolg mijn weg naar Oudorp, waar ik opnieuw langs de molens kom. De Munnikenweg, nu fietspad was eertijds een weg die werd beheerst door twee dwangburchten van Floris V. Ik passeer de Zes Wielen, plassen die ik nu begrijp niet zijn veroorzaakt door dijkdoorbraken, maar ontleend aan de wielen of schepraderen van de overtomen waarmee men scheepjes optakelde. De molens langs de Schermer weerspiegelen in het stille water van de vroege ochtend. De zon schijnt volop.

Het bruggetje heet Kippenbruggetje en was vroeger onderdeel van het kerkepad voor de boeren uit de Schermer; het bruggetje is gerenoveerd in 2005. Terwijl ik verder loop over de dijk langs de Schermer nader ik een verkeersknooppunt. Ik passeer een tunnel onder de N244 en dan bevind ik me
op de omringdijk. Er bovenop ligt een weg, ernaast een rietland met de ringvaart van de Schermer, die hier Huygenvaart heet. Als de weg naar beneden loopt en de dijk overgaat in wandelpad pauzeer ik voor een boterham, het is inmiddels half een. In de Schermer wordt geploegd, de zwarte aarde omwoeld, verderop staat rode kool op het land. Bij het plaatsje Oterleek klimt de weg opnieuw de dijk op.


Drie molens bij Rustenburg.

Op weg naar Rustenburg passeer ik drie molens. Drie van de in totaal elf molens over van de 52 die ooit de Schermer droogmaalden en droog hielden. Tot de beginjaren van de vorige eeuw. De polder ligt 4 tot 4 ½ meter onder NAP, dat verschil was te groot om in een keer te overbruggen. Daarom werden molens op een rij geplaatst die elk het water een stukje omhoog maalden.
 
De molens zijn bewoond. Een molenbewoner zit buiten, genietend van de zon. Klompjes staan in rekken naast de toegangsdeur. In Rustenburg passeer ik Café-restaurant “De Gouden Karper”, waar ik binnenstap en koffie met zelfgebakken (lekkere) appeltaart geniet. De serveersters, in zwart met een grote gouden G op hun schort, hebben het druk: motorrijders pauzeren hier, dijken zijn altijd populair op zondag bij motorrijders.
Rond drie uur sta ik voor de katholieke kerk H.Bavo in Ursem. Mijn plan was: in Ursem de bus nemen naar Obdam en verder met de trein. Omdat het nog zo vroeg is, besluit ik verder te lopen. Maar niet naar Obdam, dat noordelijk ligt, maar naar Schermerhorn naar het zuiden. Vandaar kan ik de route over de Eilandspolder volgen en in De Rijp de bus terug nemen. Deze route liep ik vorige week ook.
Voor mijn gevoel moet ik hier rechts afslaan om naar het zuiden te lopen. Maar na een poosje krijg ik het gevoel dat iets niet klopt: met het kompas erbij blijkt de zon aan de verkeerde kant te staan. Terug naar de dijk bij Ursem, en bordje ‘Schermerhorn’ volgen. Omdat dit het vervolg is van de dijk geeft het mij het gevoel nog steeds op de omringdijk te lopen. Hoe de omringdijk echt verder loopt moet ik een volgende keer zien uit te puzzelen.
 
Ursem, moderne huizen in oude bouwstijl.
Ik loop langs een gebouw dat wel iets bijzonders moet zijn. Het heeft een torentje met als windwijzer een zeemeermin en ernaast staat een lange, zwart geteerde loods. Het blijkt het Noorderpolderhuis te zijn: hier werden reparaties aan de molens uitgevoerd. Ook werd hier vergaderd door het polderbestuur; daarvoor heeft het gebouw een ‘Heerenkamer’, zo vermeldt het bord langs de weg.
Even verderop liggen de (elektrische) gemalen Wilhelmina en Beatrix, die in 1929, samen met het gemaal Emma het werk overnamen van de 52 molens. Tot in 1998 werd overgegaan op computergestuurde gemalen.
De weg waarop ik loop, langs de Schermer ringvaart is nogal druk, daarom steek ik het bruggetje over dat hier ligt. Ik kom uit bij de kerk van Schermerhorn en herken het bord met de tekst: ‘red de borden’. De borden bevinden zich in de kerk en bevatten oude teksten, waar ik me nu even niet in verdiep. Ik volg de weg door het dorp en wordt gegroet door een familie Westfriezen. Tot mijn ontnuchtering kijkt de vrouw mij niet aan terwijl ze groet. Wat te denken van deze dwangmatige behoefte van de Westfriezen tot groeten? Misschien komt het omdat ik nog steeds mijn zonnebril draag.
Het is inmiddels vier uur en ik ontdek een bushalte als ik de N243 oversteek. Een bus rijdt van hier naar Purmerend en de bus(129) komt net aangereden, maar ik laat hem rijden, nog te vroeg. Ik vervolg mijn weg de Eilandspolder in.  Een deel over een dijkje, langs de molen de Havik, waar de pipowagen te koop staat, die we al zagen op onze wandeling vorige week. We bewonderden het verrijdbare huisje, met de helft van de ruimte bestaande uit bedstee en het achterste deel om te zitten en een kacheltje. Water en toilet heeft de pipowagen niet. Te koop voor € 4.000.
Raadhuis van Graft.
 
Rond vijf uur bereik ik het plaatsje Graft, ook alweer een eigen Raadhuis met ernaast de vloer van de kerk, de kerk zelf werd afgebroken. De grafzerken in de vloer zijn uit de zeventiende eeuw en hebben oude merktekens. Men leefde destijds van de haringvangst en de welvaart van de Gouden Eeuw is aan deze streken niet voorbij gegaan. Inmiddels zakt de zon lager:  een man geniet pauzerend op een bruggetje van het spektakel.
 
Half zes passeer ik het voormalig Weeshuis van Graft. En de tuin waar men zoveel pompoenen en kalebassen te koop aanbiedt; ik probeer te ontdekken waar al die pompoenen vandaan komen. Uit de tuin achter het huis? Een kijkje om het hoekje verraadt geen aanwezigheid van pompoenplanten, zodat ik niet wijzer word.
De lucht vertoont de mooiste kleuren, als ik de bushalte in De Rijp bereik. Ik moet nog veertig minuten wachten. Net als de week ervoor loop ik nog een rondje door De Rijp en ontdek een huis uit 1655, dat de tijd heeft doorstaan. De lichten binnen zijn aan en zichtbaar zijn de oude balken. Zo’n robuust en sfeervol huis dat de tijd heeft doorstaan.
 
Bij de bushalte eet ik mijn laatste boterham. De maan staat tegenover me tussen de huizen. Zo wacht ik tot de dubbele bus van K-net mij oppikt en in een ruk naar Amsterdam vervoert.
De maan boven De Rijp.
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten