Verlangen naar de lente, die maar niet wil komen. Sommige
bomen staan weliswaar bloei en aan narcissen en krokussen geen gebrek, maar
waar blijft het zachte voorjaarsweer? Dan maar even teruggrijpen op een
wandeling van vorig jaar.
Een wandeling bij Heiloo waar je dwars door de bollenvelden
loopt. De wandeling plande ik voor mezelf, maar om niet helemaal alleen te
hoeven lopen plaatste ik hem op een wandelsite. Dat leverde drie
medewandelaarsters op. Alleen, op de ochtend van de wandeling regende het en
een van de deelneemsters belde op om zich af te melden.
Op NS-station Heiloo ontmoet ik de overige twee; geen van
hen ken ik. Ze stellen zich voor als Aukje en Jannie. De lucht is even
opgeklaard en we volgen de Heilooër Zeeweg naar het beginpunt van de wandeling.
We bereiken de parkzone die Heiloo omgeeft en hier nemen we een struinpad door
het groen dat de Zeeweg volgt tot we komen bij het bord waar het dorp Heiloo
ophoudt.
Hier slaan we rechtsaf en volgen de Egmonder binnenvaart, al
spoedig bevinden we ons tussen velden uitbundig bloeiende tulpen. De paraplu’s
leggen we neer en we pakken fototoestellen. Je kan hier tussen de bloemen lopen;
ze plukken. Doen we natuurlijk niet, we beperken ons tot foto’s. Hier en daar
tref je een veld van kleur één bloem van een andere kleur: niet gepland maar
zomaar zo gebeurd.
We volgen de Binnenvaart, langs Gemaal Sammerspolder tot we
linksaf een bruggetje over moeten steken en de Hoevervaart volgen. Aan de
overzijde van de sloot volgen we nog steeds velden bollen; het geel van de
tulpen op het punt van uitbloeien, zo verblindend dat het pijn doet aan je ogen.
We komen naderen Egmond a/d Hoef en hier moet een veldje
worden overgestoken waar paarden grazen. Aukje en ik vinden dat geen probleem;
we wachten even af hoe de paarden op ons reageren en lopen ze voorbij. Maar
Jannie weigert de paarden te passeren; zonder verder ceremonieel van afscheid
nemen begint ze terug te lopen. Wij kijken elkaar aan: wandelaars die elkaar
vinden via internet voelen weinig band of verantwoordelijkheid voor elkaar. Zo
kan het gebeuren dat de een net een andere kant op wil. Of is de regen, die
miezerig gestaag valt haar reden?
Aukje en ik vervolgens onze weg en gaan aan bij het cafétje
’t Slot voor koffie. De eigenaar echter, is op bezoek bij de buren, het duurt
even eer hij erachter komt dat hij klanten heeft. Vlakbij is de ruïne van het
kasteel van de graven van Egmond. De beroemdste graaf was Lamoraal, die door
Philips II werd onthoofd gedurende de tachtigjarige oorlog; van hem staat er
een standbeeld.
Na Egmond a/d Hoef bereiken we een weg die langs de duinen
voert. Wel moeten we hier toegangskaartjes aanschaffen bij De Bleek en dat kan
alleen met een pinpas. Even verderop kunnen we naar boven voor meer uitzicht.
Tussen de bomen door verkrijgen we weer zicht op velden bloeiende blauwe
druiven; zo eindeloos uitgestrekt is het veld, je zou denken dat de aarde hier
een paarse kleur heeft.
Er is nog meer geschiedenis te beleven op deze wandeling: de
Adelbertusput. Zo’n beroemde legende van een kloosterzuster die droomde dat het
gebeente van zendeling Adelbertus moest worden opgegraven. Op de plek waar zijn
graf was ontsprong een bron. De bron bestaat nog altijd; er is een openlucht
kerk waar met Pasen katholieke diensten plaats vinden. Ik smaak de voldoening
over de verbazing die Aukje uit over dit stuk vroege geschiedenis dat hier
vastligt in het land; net zoals het mij verbaasde tijdens mijn eerste wandeling
hier.
We bereiken nu Egmond-binnen, waar we aangaan voor een
tweede bak koffie. Even binnen zitten in de warmte, vooral in de droogte, want
de regen blijft gestaag vallen. Eigenlijk hebben we er onder onze capes niet
zoveel last van, alleen de voeten worden nat want de schoenen laten op de duur
het water door.
In Egmond-binnen bevindt zich ook de Abdij en de deur is
open. De Abdij is vrij nieuw, gebouwd in de negentiende eeuw. Er staat ook een tombe
van Floris II, maar die is ook nieuw. Wel vertellen de info-borden over de
monniken die van hieruit het Christendom brachten en ook een beschaving. Hier
werd de vroege geschiedenis opgetekend. Hoe de monniken werkten aan het bouwen
van dijken en de grote kerk van Egmond aan Zee, die in de golven verdween….
We hebben de koffie op en we begeven ons weer op weg voor de wandeling richting Heiloo, waar we de trein willen pakken. Helaas gaat het niet zo vlot: we volgen eerst de weg die langs het klooster loopt, maar hier komen we aan de verkeerde kant van de Egmonder binnenvaart. We lopen over iemand’s erf, komen een hond tegen die ons eigenlijk wil terugjagen. Ik vraag aan Aukje of ze nog wel v
verder wil, tenslotte ben ik degene die de wandeling heeft
gepland: ik moet de weg weten. Ze zegt niet zoveel keus te hebben. We
concluderen dat we niet verder komen aan deze kant van het water en we lopen
terug naar de Abdij, om te ontdekken dat het beginpunt van onze route er vlakbij
ligt.
De bollenvelden hier lijken op proefveldjes met kleine
stukjes geel, rood, roze… Weer zijn we onder de indruk en we fotograferen nog
meer. We fotograferen elkaar met kleurige velden op de achtergrond. Er is nu
een sloot die ons scheidt van de kleurpracht. Dan bereiken we ons uitgangspunt:
de weg naar centrum Heiloo; het is rond vijven. In de trein wisselen we
telefoonnummers uit voor mogelijke toekomstige activiteiten. Bij Sloterdijk
stap ik uit voor nog een wandelingetje door het park naar mijn huis.
Deze wandeling staat zeker op mijn programma voor de komende
lente, hopelijk op een dag met een zacht zonnetje en misschien een doordeweekse
dag, want bij de Abdij is een kaarsenmakerij, die alleen op werkdagen open is.
Wie wandelt mee?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten