woensdag 12 augustus 2015

Wandeling Enkhuizen - Medemblik. (Groot-Frieslandpad.


Het regent als ik in de trein naar Enkhuizen zit; de hittegolf is definitief voorbij.  Koeler weer is geschikt wandelweer en de regen, volgens het weerbericht, zal opklaren. Ik verdiep me in de sudoka, gevonden in de Metro, terwijl de regendruppels strepen trekken op het raam. In Enkhuizen is het droog en ik ga eerst op zoek naar koffie.

Ik loop richting Drommedaris, de oude stadspoort; daar weet ik restaurant Dok4. Het is twaalf uur, maar door het regenachtige weer is het restaurant zo goed als leeg. De serveerster is bezig met voorraden bijvullen. Het duurt even eer ze mij ontdekt; ik krijg koffie met appeltaart.

Dan kan de wandeling beginnen. Het weer helemaal opgeklaard. Lopend door het stadje probeer ik de dijk te vinden. Ik loop langs een muur; naast mij zie ik de huisjes van het Zuiderzeemuseum en daarna het sprookjesland en een camping. Beneden me staan de borden die aanduiden dat hier Enkhuizen ophoudt, maar de huizenrij loopt gewoon door, dat verbaast me. Dan ligt Enkhuizen achter me; in de verte zie ik nog de kerktoren boven de bomen uitsteken.
Het eerste dijkdorp dat ik bereik is Oosterdijk; er is een theetuin, maar ik vind het te vroeg voor opnieuw koffie. Ik passeer de gebouwen van een drinkwaterbedrijf. Ik loop bovenop de dijk, met uitzicht naar twee kanten. Het waait stevig, het lijkt of de wind aantrekt. Ik daal de dijk af naar de Gereformeerde kerk in Andijk. Een bord onderaan de dijk vertelt dat de kerk open is.

 
 
Ik verwissel mijn zonnebril voor de gewone en ik trek de deur naar de kerkruimte open. De kleuren van de muren en de glas-in-lood ramen verrassen me. Ik neem meteen een foto, waardoor de beheerder mij vraagt of ik van hem een foto maak. Ik zeg verbaasd te zijn hier zo’n grote Gereformeerde kerk aan te treffen; in mijn beleving is de protestantse kerk in een dorp groter dan de gereformeerde. Gereformeerde kathedraal, noemt hij het. Hij zegt dat het tegenwoordig PKN is en dat er elke zondag vijf- tot zeshonderd mensen naar de kerk komen. Of heb ik dat verkeerd verstaan?
De rondleiding gaat verder. De kerk werd gebouwd als gereformeerde kerk in 1929, architect was Reitsma die ook betrokken was bij de Amsterdamse school. Inderdaad, de stijlelementen kwamen me al bekend voor. De kleuren op de muren vond men in het begin te fel; daarom werd er een waslaag overheen gelegd. Na de renovatie zijn echter de oorspronkelijke kleuren terug. Hij wijst hoe de kerk van binnen in twaalf segmenten is verdeeld, symbolisch voor de twaalf apostelen. Daar is tegenwoordig uitleg bij nodig, zegt hij.
In de toren bevindt zich de kosterswoning, kleine kamers/keuken boven elkaar, tegenwoordig in gebruik als ‘stencilkamer’. Ook de vergaderzaal wordt in oorspronkelijke staat teruggebracht, nadat in de zestiger jaren een plafond werd gelegd om de zaal beter (goedkoper) te kunnen verwarmen. De toren zwiept bij harde wind; de top wel een meter.
Hoog bovenop de dijk loop ik verder. De zon schijnt, maar het waait. De dijk gaat hier linksaf, precies zoals de West-Fries in de kerk al vertelde. Ik kan ook rechtdoor gaan en de dijk langs het IJsselmeer blijven volgen, maar het ziet er wat saai uit. Nog steeds ben ik in Andijk; het dorp strekt zich uit als een smal lint langs de dijk. Bij Buurtjeshaven zie ik een kerkje uit 1667, dat is omgetoverd in luxe-restaurant Meijer. Nog steeds heet het hier Andijk.
 
 
Het is tegen half vijf als ik de volgende plaats: Wervershoof bereik. Ik ben wel toe aan een tweede kop koffie. Zou de speeltuin horeca gelegenheid hebben. Ik daal de dijk af en steek het bruggetje over. Een heuse speeltuin, zoals die er waren toen ik klein was! Er moet intree worden betaald en de koffie is, neem ik aan voor toezicht houdende ouders.
Onder de dijk loopt een nogal drukke verkeersweg; nooit prettig lopen naast zo’n weg. Aan de kant van het IJsselmeer ligt een natuurgebied. Ik loop zelfs een stukje terug om te kijken of er niet door het natuurgebied kan worden gewandeld.  Maar het gebied bestaat uit losse beboste stukken land, gescheiden door water.
Ik blijf veroordeeld tot de dijk, al is de verkeersweg beneden rustiger. Ik passeer een gemaal, het Stoommachinemuseum, dat gesloten is omdat het inmiddels tegen zessen loopt. Ik nader nu Medemblik, mijn eindbestemming. Ik volg de aanduidingen van het Groot-Frieslandpad die mij langs Medemblik leiden, langs een strandje en een jachthaven. De golfslag in het IJsselmeer oogt veel rustiger nu het tegen de avond loopt. Hier verwacht je geen horeca, maar bij de jachthaven is het restaurant Med Trattoria gevestigd. Het personeel is bezig zich voor te bereiden op de avonddrukte. Ze willen mij wel van een kop koffie voorzien. Even rust ik uit op een comfortabele stoel, met uitzicht op het IJsselmeer en de jachten.
Als ik afscheid heb genomen van het vriendelijke personeel – ze praten Engels tegen me, waarom? – wil ik kasteel Radboud zien. De naam alleen al, intrigeert me. Ik ben hier tenslotte in Friesland en ooit was Radboud een Friese koning. Volgens het bordje was kasteel Radboud een dwangburcht, gebouwd in de 13e eeuw met de bedoeling de West Friezen te onderwerpen. Ooit zou de legendarische Friese koning Radboud een burcht op deze plek hebben gehad.  De 13e eeuw was de tijd van de Hollandse graven.
 
 
 
Ik moet mijn bus zien te vinden, ik loop richting Centrum langs grachten van het oude stadje. Ik loop maar, nog steeds niet moe: de koffie gaf nieuwe energie. Ik zie een groot gebouw dat wel haast het gemeentehuis moet zijn. Dan zie ik de aanduiding “Oude Haven’, moet hier het busstation niet ergens zijn? Dan zie ik bushaltes naast het oude spoorwegstation dat nog wordt gebruikt voor de stoomtram naar Hoorn. Het blijkt dat de laatste bus van lijn 239 over twintig minuten gaat.
Ik ben de enige passagier en dat zal ik ook blijven, de hele rit van Medemblik naar Hoorn.  Bij Abbekerk verlaten we de snelweg en rijden langs een verlaten bushalte. We rijden langs Wognum, wat is dat voor bekend gebouw? Het museum van Dirk Scheringa. Ooit zal Dirk Scheringa in Wognum een standbeeld krijgen, maar nu is de herinnering nog te vers..
Om tien voor acht vertrekt in Hoorn een trein naar Amsterdam-Centraal. Maar ik stap uit op Sloterdijk, deels om een Ethiopiër die in de stilte coupé een telefoongesprek zit te voeren. Hij ziet eruit als een nette jongen en misschien wel aardig ook. Alleen zo verdiept in zijn telefoongesprek dat andere reizigers er niet in slagen zijn aandacht te trekken en hem attent te maken van zijn overtreding.  Dat laatste stukje lopen vanaf Sloterdijk, langer dan vanaf CS, kan er nog wel bij.
 
 
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten