vrijdag 14 augustus 2015

Wandeling Medemblik - Nieuwe Niedorp (Groot-Frieslandpad).


Negen uur ’s ochtends zit ik in de trein op weg naar Medemblik om mijn wandeling langs het Groot-Frieslandpad op te pakken. Mensen in mijn omgeving, zo lijkt het, hebben eigen besognes: mijn werkgever streeft naar de vervulling van zijn droom, degene met wie ik samenwerk heeft een nieuw vriendje, de verkering van mijn vriendin is uit, maar zij maakt even geen afspraken. Deze wandelingen, dat moet mijn doel, mijn passie worden.

Ik stap in bus 239 die mij via Abbekerk terug brengt naar Medemblik. Wéér ben ik de enige passagier in een lege bus. De zon schijnt en de voorspelling is: een hete dag. Waarom dan toch een wandeling? De voorspelling luidt ook dat het hitte in de kustgebieden mee zal vallen. En de plu zit in mijn rugzakje, die is ook bruikbaar als bescherming tegen het branden van de zon.

Mijn eerste doel is: het Kasteel Radboud te bekijken. Omdat ik te vroeg ben, loop ik de Nieuwstraat in op zoek naar koffie. Bij lunchroom de Boulevard bestel ik koffie met appelgebak. De dag is nog vroeg in Medemblik: de tafeltjes langs de stoep zijn nog niet aangekleed: het serveerstertje loopt langs de tafels met een blad plantjes waarvan ze er een zet op elke tafel. Ik ben een vroege klant.

Ik loop langs de dijk. Begroeid met bloemen ligt hij er sterk en geruststellend bij. Maar als ik het eind van de dijk bereik, blijkt tussen mijn doel: kasteel Radboud en mij de havenmonding te liggen! Ik moet teruglopen, naar de Nieuwstraat en daar de brug oversteken en dan langs de Pekelharingstraat  terug tot ik de landpunt bereik waar de burcht is gebouwd. De entree tot het kasteel bedraagt € 6 en er is een tentoonstelling: lingerie van de middeleeuwen tot heden.

De geschiedenis interesseert mij: de vader van Floris V, Willen II was Roomskoning en dus een belangrijk man in Europa. Het haalde het in zijn hoofd de opstandige West-Friezen een lesje te willen leren en werd daarbij door Friese boeren gedood. Floris V was nog een kind en moest eerst volwassen worden. Geen wonder dat hij zo fanatiek de Friezen eronder wilde krijgen. Hij bouwde vijf dwangburchten, waarvan het kasteel bij Medemblik het meest versterkte. Omdat de monniken als enigen wisten hoe stenen moesten worden gebakken, dwong Floris de Friese monniken kloostermoppen voor zijn kasteel te bakken. In 1296 wordt Floris zelf vermoord en komen de West-Friezen opnieuw in opstand.

Jacoba van Beieren zou gevangen zijn gehouden in het kasteel en ontsnapt door mannenkleren te dragen en de Friese verzetsstrijder Grote Pier belegerde het kasteel in 1517 en verbrandde Medemblik, waarom? Ik loop even langs het ondergoed en betreedt de gevangeniscel waar een stroper wordt vastgehouden, die zijn verhaal vertelt.

Het is inmiddels twaalf uur. Terug in de Nieuwstraat is het heel wat drukker, zowat alle tafeltjes waar ik eerder koffie dronk, zijn bezet. Via de weduwehuisjes bij de Bonifatiuskerk bereik ik de dijk. Bij het stationnetje staat de stoomtram, glimmend gepoetst op stoom te komen. Hij vertrekt, maar achterwaarts. Op de achterste wagen staat een man met een rode vlag, zijn taak is bij kruisingen voorbijgangers te waarschuwen voor de naderende trein. Er is zelfs een buffetwagen.
Het stoomtreintje staat klaar op de oude stationnetje om zijn tocht naar Enkhuizen aan te vangen. Links het Stadsmuseum en tussendoor de toren van de Bonifatiuskerk.
 
Ik bereik de molen De Herder. Bij het hekje zie ik de rood-wit markering van een lange afstand wandelroute, het Groot-Frieslandpad in dit geval. Omdat die markering er staat verwacht ik een doorgaand pad, maar ik zie alleen omheining rond de molen. Dan maar over de afscheiding heen stappen, die ziet eruit alsof het wel vaker gebeurt, een beetje afgeplat. Zo sta ik op de dijk tussen de schapen.
 
 
Bij de Overlekersluis wordt de dijk onderbroken, ik steek de sluis over en zie dat de rood-wit markering naar links wijst. Ik moet het spoorlijntje oversteken en ja, daar gaat een pad naar rechts, een wat verlaten paadje. Ik volg het pad tot bij Oppedoes en daar moet ik, volgens de routemarkeringen weer het spoorlijntje oversteken. Maar wacht eens: wat komt daar?  De stoomtrein komt eraan. Eerst stopt het treintje om de man met de rode vlag  uit te laten stappen. Haast heeft het niet. Een hele rij rijtuigen rijdt aan mij voorbij: het lijkt wel of ze uit alle delen van Nederland zijn verzameld, getuige de opschriften.
Ik ben nu in Oppedoes en volg de rood-wit markeringen. Op een bankje in de schaduw stop ik om mijn lunch te eten. De huizen zijn langs een water gebouwd, kleine boerderijen allemaal met rieten dak en kleurrijke tuintjes erom heen, die aflopen naar het water. De weg is omzoomd met bomen, idyllisch dorpsgezicht.

 
Kaartjes van het Groot-Frieslandpad printte ik van internet. De kaartjes zijn globaal en geven geen details, die moet ik halen van de kaart van Noord Holland, schaal 150.000. Dan zijn er de r0od-wit markeringen en in de verte: de dijk als baken om mijn weg te vinden.
Ik verlaat het oude deel van Oppedoes en kom in nieuwere wijken. Ik koop een flesje vruchtensap bij de spar super, het is warm en extra drinken os welkom. Nu moet ik ergens tussen de nieuwbouw een doorgang vinden die over de spoorlijn gaat. Ik volg paadjes maar telkens lopen ze dood tussen de huizen. Tot opeens een doorgang zich voordoet en ik het spoor kan oversteken, maar dit leidt over een vlonder de weilanden in. Is dit wel de bedoeling? Ik loop langs een water, wat op de kaart staat met aan mijn andere kant kool en uien van teeldbedrijf Rustenburg. Op het erf staat een wagen afgeladen met wortelen.
Ik sla het pad naar Twisk waterberging in. Maar dit loopt naar een broedwal voor oeverzwaluwen, verder staat een bordje ‘verboden toegang’, terug maar weer. Verder naar rechts ligt, geruststellend, het dijklichaam. Langs de oprijweg van Rustenburg bereik ik de dijk, steek de verkeersweg N239 over en beklim de dijk. Aan de andere kant ligt de Wieringermeerpolder.
Aan deze kant loopt een rustige verkeersweg: Koggenrandweg. Een rij bomen langs de weg zorgt er bovendien voor dat ik niet in de zon hoef te lopen, er steekt bovendien een windje op. Ik zet de pas erin; het is al half drie.
Ik loop langs velden kool en aardappels en wat zijn dat voor planten; het lijkt wel of ze overwoekerd worden door onkruid. De grote gele bloemen zijn van courgetten. De dijk wordt doorsneden door het viaduct van de A7, hier ligt een industrieterrein dat niet op mijn kaart vermeld staat: Agriport. De markeringen voor het Groot-Frieslandpad zijn weer aanwezig.
Weer is er een weg over de dijk; plots sta ik voor café Het Wagenwiel. Een terrasje; mensen zitten aan tafeltjes te keuvelen. Kopje koffie? Vooruit snel dan maar, het is al half vier en ik ben pas halverwege. Ik vang fragmenten van een gesprek op. Twee paren op leeftijd bespreken iemand die zo is verouderd in korte tijd en daar niet mee om kan gaan. Ik betaal maar snel voor mijn koffie.

 
Volgens mijn kaart moet vanaf Lambertschaag een fietspad door de weiden lopen. En ja, ik hoef maar een paar meter het dorp in te lopen of ik bereik het Pannepad. De zon schijnt nog steeds, maar het wordt later op de dag minder warm.  Het uitzicht is weids, er lopen koeien in de wei, heel ander soort land dan achter de dijk, in de Wieringermeerpolder waar groenten, graan wordt verbouwd. Bij de uitzichttoren stop ik om een boterham te eten.
Het weggetje door de weiden is deels ooit dijk geweest, moet wel waarom zou er anders zo’n, door sloten omzoomd tracé door de weilanden liggen? Bij Aartswoud zie ik twee grote wielen opgemetseld tot een soort monument. Er groeien bomen omheen en er staat een picknickbank, leuk plekje om uit te rusten. Onder de zool van een van mijn voeten is een blaar aan het ontstaan. Ik zou sokken aan moeten trekken, maar die heb ik vanmorgen vergeten in mijn rugzak te doen. Maar wacht eens, vorige week zondag stak ik wel sokken in de rugzak voor een clubwandeling. Die heb ik er niet uitgehaald, die moeten nog ergens onderin zitten. Ik pak de rugzak uit en er komen twee paren sokjes tevoorschijn. Daarna heb ik geen last meer van de blaar.
Voorbij Aartswoud volg ik de Weelkade en met een bocht naar links in zuidelijke richting de Groene Pade langs een maisveld. Ik volg weer de markeringen van het Groot-Frieslandpad. Ik sla weer linksaf en loop door waterberging Pompsloot. Het bord geeft instructies hoe te lopen als er water in de berging zou staan. De berging staat droog.
Als ik een brug oversteek wordt in de verte het Transferium zichtbaar. Hoog gebouw met een spits torentje. Het moet een soort klooster zijn en ik ken het al heel lang, omdat de bussen van Friesland naar Alkmaar daar stoppen. Vaak vroeg ik me af wie daar wel zouden wonen, monniken ofzo?
 
Dit schaap liep bij een boerderij, helemaal vetgemest en met een ademhaling die elke keer een knorrend geluid gaf, zodat ik eerst dacht met een varken te maken te hebben.
 
Met het klooster als baken loop ik verder naar Nieuwe Niedorp. Ik bereik een verkeersweg, verderop is de snelweg, achter het viaduct is de bushalte. Ik heb nog tijd eer de bus komt en ik besluit het klooster aan een inspectie te onderwerpen. Maar geen bordje verraad de aanwezigheid van een orde. Voor de ramen hangen witte gordijnen en het gebouwtje ernaast is van de scouts. Als ik achterom loop kom ik bij de Mariakapel; de deur is open en er branden kaarsjes. De ramen boven het altaar vertonen heldere kleuren van glas-in-lood. Er is niemand.
Weer buiten loop ik langs een muur; daarachter moet zich toch een kloostertuin bevinden? Wie zou er anders zo’n lange muur bouwen, net hoog genoeg dat je er niet overheen kunt kijken. Het hek van de kleuterschool staat open, en via het hek kan ik van de achterkant in het ommuurde deel kijken. Het is een grasveld met een hok of stalletje in de midden, maar geen dieren vertonen zich, alsof die zich samen met de kloosterlingen hebben verschanst.
Ik loop nog even verder door: een bord langs de weg vermeldt dat daar kersen te koop zijn. Maar het in inmiddels half zeven en de kersenverkoop is gesloten. Ik keer terug naar het Transferium en wacht bij de bushalte op de Qliner.
 
 
 
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten