zondag 2 augustus 2015

Regenwandeling langs de Linge.


Een stevige wandeling, dat is het plan: 22 kilometer lang en langs de Linge. Dit is het gebied waar in het voorjaar de fruitbloesems bloeien. Dan zal er nu wel fruit zijn aan de bomen? Of fruit te koop langs de wegen.

De buienradar voorspelt een enkel buitje, zal wel meevallen. Wel is de temperatuur laag, rond 18° C, al met al prima weer voor een wandeling. Onze trein zal vertrekken om 9.53. Twintig minuten voor dat tijdstip ben ik al op het centraal station. Als mijn wandelmaat ook vroeger is, wat ik verwacht, kunnen we een trein eerder nemen. Ware het niet dat het mededelingenbord aangeeft dat die trein niet rijdt. Er knipperen blokjes: 5 minuten vertraging, 20 minuten vertraging, even later is het al 30. Er is iets stevig mis met de treinen.

Mijn wandelmaat arriveert, wij begroeten elkaar en lopen de trap op naar het perron. We proberen van de borden te begrijpen of onze trein gaat, op het bord met vertrektijden wordt hij aangegeven, maar even later niet meer. Op het perron waar wij zouden vertrekken komt een trein binnen die volgens de borden naar Den Helder zal gaan. De volgende trein zal de sprinter naar Alkmaar zijn volgens het bord.

Naast ons zit een medewerker van NS op zijn computer te zoeken. De mensen op het perron beginnen zich naar hem te wenden en wachten. De trein naar Nijmegen kan hier niet binnenkomen, volgens hem want dan moet deze trein eerst weg. De trein beweegt echter niet en niemand stapt in, tot de mededeling op de borden verschijnt dat het wel onze trein is. Passagiers stappen in maar niet degenen die rond de NS-medewerker staan. Deze belt inmiddels met een collega die het ook niet weet. Er verschijnt nu zelfs een mededeling over een trein van een uur geleden.

Het is aller grappigst, zoals de techniek hier op hol slaat. Op het perron naast ons rijdt een trein binnen: en de NS-medewerker zegt dat het de onze is. Inderdaad staat er ‘Nijmegen’ op de trein. Zo halen we onze trein en de medewandelaarster complimenteert de NS-medewerker, met zijn koelbloedig en standvastig optreden, wat haar een bedankje oplevert.
11.40 Tussen de appelbomen door is net zichtbaar: de Linge.
 

We hebben onze trein gehaald maar omdat er toch een ietsje vertraging is ontstaan, moeten we op station Utrecht hollen om de trein naar Geldermalsen, die vanaf een ver afgelegen perron vertrekt, te halen. Het lukt. De regendruppels trekken lange strepen langs de ramen van de trein. Geeft niet, het buitje zal wel overgedreven zijn als onze wandeling begint.

We maken alweer wat mee: de conducteur ontdekt iemand die niet heeft ingescheckt.  Anders dan voorheen geeft hij geen boete en wordt ook niet boos omdat buitenlanders weer zo stom zijn. Nee, hij neemt de OV-kaart mee om de historie te gaan bekijken. Hij komt terug met de mededeling dat eerder op de kaart werd gereisd en toen niet is uitgescheckt. Hij zegt ook voor de reiziger te hebben ingescheckt. Het is nieuw dat NS-medewerkers kunnen ingrijpen in de systemen. Bij Amsterdam is een vrachtauto tegen een spoorbrug gereden, zo weet hij te vertellen. Dat was dus de reden van de verstoring in Amsterdam.

Het fietspad langs de treinrails is omzoomd met bomen, daarom wachten we nog met het aantrekken van de regencapes. Maar als we meer open terrein bereiken moeten de capes tevoorschijn komen. Over een brug bereiken we de Linge. Zullen we koffie drinken, in de hoop dat de regen wegtrekt? Het wandelmaatje vindt het nog niet nodig, ze wil wel in de regen lopen. Zo begint onze tocht langs de Linge.

We lopen over de Lingedijk; er ligt een geasfalteerde weg op die is omzoomd met appel- en perenbomen. Hoeveel de commerciële teelt lage struiken zijn, worden de bomen in ere gehouden. Ze zijn oud, geknot en op de plaatsen waar de bomen zijn gestorven staan nieuwe loten. Precies als de regen even opklaart bereiken wij de Hoenderik.

De Hoenderik moet wel eigendom zijn van een ondernemend persoon. Het is een fruitkwekerij die tegelijk winkel en horeca heeft, kamers en fietsen verhuurt, je kunt er bedrijfsuitjes boeken. Als wij de grenen houten horeca-ruimte binnenstappen is er niemand behalve de vrouwen die er werken. De kersen kosten er € 5 voor een bakje. Het lijkt alsof men dat heeft afgesproken, want overal zijn de kersen te koop in hetzelfde bakje en tegen dezelfde prijs.
12.56 Je zou niet verwachten dat hier iemand woont, toch schijnt de bewoner een tuin te hebben.
 

Mijn wandelmaat houdt niet van kersen, wij laten het kersenbrood liggen, dat bij de koffie wordt aangeboden. In plaats daarvan nemen we appelgebak. Een aanrader! De koffie is niet geweldig bij de Hoenderik, maar het appelgebak wordt gebakken door iemand met kennis van zaken. Als we vertrekken komt een buslading bejaarden binnen, ze krijgen allemaal een snee kersenbrood aangereikt, nog voor ze zelfs een zitplaats hebben gevonden. We laten de drukte achter ons en vervolgen onze weg over de dijk langs de Linge.

Bij Mariënwaerdt slaan we linksaf, landinwaarts. We hopen het landhuis te zien te krijgen, maar voor ons strekken zich enkel weiden uit met boerderijen. Omdat we de route niet willen verlengen en ook omdat het weer miezert, keren we terug naar onze oorspronkelijke route. Tussen de bomen door zien we een paardenevenement: een springparcours, wagentjes bespannen met paarden. Door de regen lijkt er weinig animo van toeschouwers.

Onder het viaduct van de A2 door komen we in het plaatsje Beesd. We lopen langs de Voorstraat, langs de kerk van Beesd; de straat word geflankeerd door leibomen. Koffie? Voor mijn wandelmaat hoeft het nog niet, maar even uit de regen, mijn voeten zijn nat omdat de schoenen doorlekken. Ik neem koffie in een ijssalon; zij een ijsje. Ergens komt het geluid van een radio: om vier uur wordt het droog, vangen we op. Die regen was niet voorspeld, noch zichtbaar toen ik ’s ochtends de buienradar bekeek.

We steken de Linge over en dalen af naar het plaatsje Rumpt. We volgen de slinger van de rivier. Het valt op dat hier veel walnootbomen langs de weg groeien. En veel appel- peren- en pruimen, niet alleen lage struiken voor commercieel gebruik,  maar in tuinen en langs de weg.

Rhenoy laten wij liggen, we lopen er langs een snelweg. De medewandelaarster vraagt hier de kaart te zien. Wordt de weg weer mooi, wil ze weten. Het is even doorzetten, dat stukje snelweg, spoedig komen we bij het tunneltje onder de weg door, dat ons terugbrengt op de dijk langs de Linge.
15.42 Appels en peren aan dezelfde boom.

15.47 De scheefstaande toren van Acquoy, met kerk uit de achttiende eeuw.
 

De zon laat zich zien. De regencapes kunnen worden opgeborgen. We zoeken een verlaten en overgroeid stukje oever, waar we een boterham eten. Het trappetje is steil en bedekt met bladeren. Er staat een bankje maar door de verwaarlozing ziet het er minder privé uit, zodat we er plaats durven nemen.

Acquoy komt in zicht. Hier begint het raadsel van de torens die niet zijn afgebouwd. De toren van Acquoy heeft twee geledingen, ooit waren het er drie en al tijdens de bouw ging hij verzakken, lezen we op het bordje. In elk dorp zie je zo’n toren in Kempische bouwstijl, en niet afgemaakt. Pas in Asperen wordt duidelijk hoe de torens eruit hadden moeten zien.

De pruimen zijn rijp; er groeien pruimenbomen langs de weg en pruimen worden hier in een stalletje te koop aangeboden. Eerst nog passeren we Fort Asperen. Kunstenaars hebben het fort proberen te versieren. Zo ligt er een ‘joint strike fighter’ op ware grootte gemaakt van roze plastic. Asperen heeft verdedigingswerken en de route voert ons rondje het stadje en langs de wallen. Tot we bij nummer 5, in het zicht van de kerktoren nogmaals halt houden voor het eten van een snack.
16.34 Dorpsstraat van Asperen, met kerktoren die wel werd afgebouwd. Zo hadden de torens er dus uit moeten zien.
 

In Leerdam eindigt onze wandeling. Het is over zevenen: etenstijd. Ik wil soep eten alvorens de treinreis te aanvaarden. De medewandelaarster wil patat. We vragen aan de jongen in het bruine café aan de Markt (Kerkstraat 33) of hij soep heeft. Hij zegt dat hij een boerengroentesoep heeft. Lekker? Die vraag moet ik niet stellen, begrijp ik. Zelf maar ontdekken. De wandelmaat vraagt of zij bij me mag zitten zonder iets te bestellen. We zien hoe hij maaltijden serveert aan een andere tafel; er zit patat bij. Ik moedig de wandelaarster aan te vragen of hij voor haar geen patatje oorlog kan doen.

Dat wil zij niet, want dan komt het op een bordje en dan betaal je er zo € 4,50 voor, terwijl in de snackbar aan de overkant het 2 euro kost. De soep komt vergezeld van twee sneden bruin brood en een schaaltje pesto, wat ik nog het lekkerst vind. Halverwege mijn maaltijd zegt de wandelaarster dat zij naar de overkant voor haar eten. Als ik heb afgerekend, naar het toilet ben geweest ga ik ook naar de snackbar. Zij zit te wachten; de mensen van de snackbar hadden het erg druk omdat zij telefonisch bestellingen binnen kregen.

Het bakje friet komt en zij zegt dat de patat vreemd smaakt. Wij ontleden een patatje: het heeft een dikke gele korst met daarbinnen iets dat wit is en sponzig. De eigenaren van de snackbar zijn Chinezen en de wandelaarster merkt op dat Chinezen van alles door het eten doe. Toch eet zij haar patat op.

We moeten nog even verder lopen naar het station; waar de trein al spoedig aankomt, zo rijden we in tien minuten het stuk terug naar Geldermalsen waar we de hele dag over deden, al wandelend. In Geldermalsen behoeven we niet lang te wachten en in Utrecht ook al niet. NS heeft alle vertragingen van de dag alweer opgelost.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten