Een stevige wandeling, dat is het plan: 22 kilometer lang en
langs de Linge. Dit is het gebied waar in het voorjaar de fruitbloesems
bloeien. Dan zal er nu wel fruit zijn aan de bomen? Of fruit te koop langs de
wegen.
De buienradar voorspelt een enkel buitje, zal wel meevallen.
Wel is de temperatuur laag, rond 18° C, al met al prima weer voor een
wandeling. Onze trein zal vertrekken om 9.53. Twintig minuten voor dat tijdstip
ben ik al op het centraal station. Als mijn wandelmaat ook vroeger is, wat ik
verwacht, kunnen we een trein eerder nemen. Ware het niet dat het
mededelingenbord aangeeft dat die trein niet rijdt. Er knipperen blokjes: 5
minuten vertraging, 20 minuten vertraging, even later is het al 30. Er is iets
stevig mis met de treinen.
Mijn wandelmaat arriveert, wij begroeten elkaar en lopen de
trap op naar het perron. We proberen van de borden te begrijpen of onze trein
gaat, op het bord met vertrektijden wordt hij aangegeven, maar even later niet
meer. Op het perron waar wij zouden vertrekken komt een trein binnen die
volgens de borden naar Den Helder zal gaan. De volgende trein zal de sprinter
naar Alkmaar zijn volgens het bord.
Naast ons zit een medewerker van NS op zijn computer te
zoeken. De mensen op het perron beginnen zich naar hem te wenden en wachten. De
trein naar Nijmegen kan hier niet binnenkomen, volgens hem want dan moet deze
trein eerst weg. De trein beweegt echter niet en niemand stapt in, tot de
mededeling op de borden verschijnt dat het wel onze trein is. Passagiers
stappen in maar niet degenen die rond de NS-medewerker staan. Deze belt
inmiddels met een collega die het ook niet weet. Er verschijnt nu zelfs een
mededeling over een trein van een uur geleden.
Het is aller grappigst, zoals de techniek hier op hol slaat.
Op het perron naast ons rijdt een trein binnen: en de NS-medewerker zegt dat
het de onze is. Inderdaad staat er ‘Nijmegen’ op de trein. Zo halen we onze
trein en de medewandelaarster complimenteert de NS-medewerker, met zijn
koelbloedig en standvastig optreden, wat haar een bedankje oplevert.
11.40
Tussen de appelbomen door is net zichtbaar: de Linge.
|
We hebben onze trein gehaald maar omdat er toch een ietsje
vertraging is ontstaan, moeten we op station Utrecht hollen om de trein naar
Geldermalsen, die vanaf een ver afgelegen perron vertrekt, te halen. Het lukt.
De regendruppels trekken lange strepen langs de ramen van de trein. Geeft niet,
het buitje zal wel overgedreven zijn als onze wandeling begint.
We maken alweer wat mee: de conducteur ontdekt iemand die
niet heeft ingescheckt. Anders dan
voorheen geeft hij geen boete en wordt ook niet boos omdat buitenlanders weer
zo stom zijn. Nee, hij neemt de OV-kaart mee om de historie te gaan bekijken.
Hij komt terug met de mededeling dat eerder op de kaart werd gereisd en toen
niet is uitgescheckt. Hij zegt ook voor de reiziger te hebben ingescheckt. Het
is nieuw dat NS-medewerkers kunnen ingrijpen in de systemen. Bij Amsterdam is
een vrachtauto tegen een spoorbrug gereden, zo weet hij te vertellen. Dat was
dus de reden van de verstoring in Amsterdam.
Het fietspad langs de treinrails is omzoomd met bomen,
daarom wachten we nog met het aantrekken van de regencapes. Maar als we meer
open terrein bereiken moeten de capes tevoorschijn komen. Over een brug
bereiken we de Linge. Zullen we koffie drinken, in de hoop dat de regen
wegtrekt? Het wandelmaatje vindt het nog niet nodig, ze wil wel in de regen
lopen. Zo begint onze tocht langs de Linge.
We lopen over de Lingedijk; er ligt een geasfalteerde weg op
die is omzoomd met appel- en perenbomen. Hoeveel de commerciële teelt lage
struiken zijn, worden de bomen in ere gehouden. Ze zijn oud, geknot en op de
plaatsen waar de bomen zijn gestorven staan nieuwe loten. Precies als de regen
even opklaart bereiken wij de Hoenderik.
De Hoenderik moet wel eigendom zijn van een ondernemend
persoon. Het is een fruitkwekerij die tegelijk winkel en horeca heeft, kamers
en fietsen verhuurt, je kunt er bedrijfsuitjes boeken. Als wij de grenen houten
horeca-ruimte binnenstappen is er niemand behalve de vrouwen die er werken. De
kersen kosten er € 5 voor een bakje. Het lijkt alsof men dat heeft afgesproken,
want overal zijn de kersen te koop in hetzelfde bakje en tegen dezelfde prijs.
12.56 Je
zou niet verwachten dat hier iemand woont, toch schijnt de bewoner een tuin te
hebben.
|
Mijn wandelmaat houdt niet van kersen, wij laten het
kersenbrood liggen, dat bij de koffie wordt aangeboden. In plaats daarvan nemen
we appelgebak. Een aanrader! De koffie is niet geweldig bij de Hoenderik, maar
het appelgebak wordt gebakken door iemand met kennis van zaken. Als we
vertrekken komt een buslading bejaarden binnen, ze krijgen allemaal een snee
kersenbrood aangereikt, nog voor ze zelfs een zitplaats hebben gevonden. We
laten de drukte achter ons en vervolgen onze weg over de dijk langs de Linge.
Bij Mariënwaerdt slaan we linksaf, landinwaarts. We hopen
het landhuis te zien te krijgen, maar voor ons strekken zich enkel weiden uit
met boerderijen. Omdat we de route niet willen verlengen en ook omdat het weer
miezert, keren we terug naar onze oorspronkelijke route. Tussen de bomen door
zien we een paardenevenement: een springparcours, wagentjes bespannen met
paarden. Door de regen lijkt er weinig animo van toeschouwers.
Onder het viaduct van de A2 door komen we in het plaatsje
Beesd. We lopen langs de Voorstraat, langs de kerk van Beesd; de straat word
geflankeerd door leibomen. Koffie? Voor mijn wandelmaat hoeft het nog niet,
maar even uit de regen, mijn voeten zijn nat omdat de schoenen doorlekken. Ik
neem koffie in een ijssalon; zij een ijsje. Ergens komt het geluid van een
radio: om vier uur wordt het droog, vangen we op. Die regen was niet voorspeld,
noch zichtbaar toen ik ’s ochtends de buienradar bekeek.
We steken de Linge over en dalen af naar het plaatsje Rumpt.
We volgen de slinger van de rivier. Het valt op dat hier veel walnootbomen
langs de weg groeien. En veel appel- peren- en pruimen, niet alleen lage
struiken voor commercieel gebruik, maar
in tuinen en langs de weg.
Rhenoy laten wij liggen, we lopen er langs een snelweg. De
medewandelaarster vraagt hier de kaart te zien. Wordt de weg weer mooi, wil ze
weten. Het is even doorzetten, dat stukje snelweg, spoedig komen we bij het
tunneltje onder de weg door, dat ons terugbrengt op de dijk langs de Linge.
15.42 Appels en peren aan dezelfde boom. |
15.47 De
scheefstaande toren van Acquoy, met kerk uit de achttiende eeuw.
|
De zon laat zich zien. De regencapes kunnen worden
opgeborgen. We zoeken een verlaten en overgroeid stukje oever, waar we een
boterham eten. Het trappetje is steil en bedekt met bladeren. Er staat een
bankje maar door de verwaarlozing ziet het er minder privé uit, zodat we er
plaats durven nemen.
Acquoy komt in zicht. Hier begint het raadsel van de torens
die niet zijn afgebouwd. De toren van Acquoy heeft twee geledingen, ooit waren
het er drie en al tijdens de bouw ging hij verzakken, lezen we op het bordje.
In elk dorp zie je zo’n toren in Kempische bouwstijl, en niet afgemaakt. Pas in
Asperen wordt duidelijk hoe de torens eruit hadden moeten zien.
De pruimen zijn rijp; er groeien pruimenbomen langs de weg
en pruimen worden hier in een stalletje te koop aangeboden. Eerst nog passeren
we Fort Asperen. Kunstenaars hebben het fort proberen te versieren. Zo ligt er
een ‘joint strike fighter’ op ware grootte gemaakt van roze plastic. Asperen
heeft verdedigingswerken en de route voert ons rondje het stadje en langs de
wallen. Tot we bij nummer 5, in het zicht van de kerktoren nogmaals halt houden
voor het eten van een snack.
16.34
Dorpsstraat van Asperen, met kerktoren die wel werd afgebouwd. Zo hadden de
torens er dus uit moeten zien.
|
In Leerdam eindigt onze wandeling. Het is over zevenen:
etenstijd. Ik wil soep eten alvorens de treinreis te aanvaarden. De
medewandelaarster wil patat. We vragen aan de jongen in het bruine café aan de
Markt (Kerkstraat 33) of hij soep heeft. Hij zegt dat hij een boerengroentesoep
heeft. Lekker? Die vraag moet ik niet stellen, begrijp ik. Zelf maar ontdekken.
De wandelmaat vraagt of zij bij me mag zitten zonder iets te bestellen. We zien
hoe hij maaltijden serveert aan een andere tafel; er zit patat bij. Ik moedig
de wandelaarster aan te vragen of hij voor haar geen patatje oorlog kan doen.
Dat wil zij niet, want dan komt het op een bordje en dan
betaal je er zo € 4,50 voor, terwijl in de snackbar aan de overkant het 2 euro
kost. De soep komt vergezeld van twee sneden bruin brood en een schaaltje
pesto, wat ik nog het lekkerst vind. Halverwege mijn maaltijd zegt de
wandelaarster dat zij naar de overkant voor haar eten. Als ik heb afgerekend,
naar het toilet ben geweest ga ik ook naar de snackbar. Zij zit te wachten; de
mensen van de snackbar hadden het erg druk omdat zij telefonisch bestellingen
binnen kregen.
Het bakje friet komt en zij zegt dat de patat vreemd smaakt.
Wij ontleden een patatje: het heeft een dikke gele korst met daarbinnen iets
dat wit is en sponzig. De eigenaren van de snackbar zijn Chinezen en de
wandelaarster merkt op dat Chinezen van alles door het eten doe. Toch eet zij
haar patat op.
We moeten nog even verder lopen naar het station; waar de
trein al spoedig aankomt, zo rijden we in tien minuten het stuk terug naar
Geldermalsen waar we de hele dag over deden, al wandelend. In Geldermalsen
behoeven we niet lang te wachten en in Utrecht ook al niet. NS heeft alle
vertragingen van de dag alweer opgelost.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten