woensdag 26 november 2014

Wandeling (bijna) naar de Horsten.


Wandeling naar de Horsten, waar de koning woont met zijn gezin intrigeert mensen. Mijn wandeling naar de Horsten trekt belangstelling van verschillende kanten en ik verwacht eindelijk eens met een  groepje op pad te zullen gaan. Een deelneemster zegt definitief toe, de anderen haken af: negentien kilometer is te lang, toch geen zin of ik hoor gewoon niets meer.

Om tien uur wacht ik bij de hoofdingang van het centraal station; we hebben extra vroeg afgesproken omdat zij de meereiskorting op haar kaart wil zetten. Tien uur gaat voorbij en ik wacht. Vijf over, tien over, “het kan nog steeds,” zeg ik tegen mezelf, “die meereiskorting is snel gepiept.” Kwart over en ik haal mijn telefoon tevoorschijn: twee sms’en moet genoeg zijn om een reactie te genereren. Er komt geen antwoord.

Dit wordt wandelen in mijn eentje, ik bereid me er alvast op voor. De koffie aan het begin zal ik overslaan en dan flink de pas erin. Haar opbellen wil ik niet, om dan te horen dat zij zich heeft verslapen, zich uitput in het verzinnen van excuses,  heb ik niets aan. Opeens zie ik haar, die blauwe jas ken ik toch?

Het blijkt dat zij wachtte bij een andere hoofdingang van het CS. De meereiskorting heeft ze al op haar kaart gezet; was heel gemakkelijk. We lopen naar het perron en onze trein rijdt net binnen. Als we onze plaatsen hebben opgezocht discussiëren we nog even over de vraag wat de juiste hoofdingang is van het station. Mijn sms’en heeft ze niet gehoord en ze dacht niet dat ik haar nummer had. Slecht afgesproken dus.

Haagsche Bosch, met takkenhut voor de kinderen.
 
 
 

De treinreis naar Den Haag verloopt vlot. De medewandelaarster en ik kennen elkaar van eerdere wandelingen. Op Den Haag CS staan bordjes met de woorden ‘leenstelsel’. Er blijkt een demonstratie door studenten op het Malieveld te zijn. Toevallig moeten wij ook naar het Malieveld, want we hebben een bon van paviljoen Malieveld voor koffie met gebak voor de halve prijs. De aanbieding komt samen met de NS-wandelroute. We zoeken een plaatsje bij het raam, waar het rustigst is en met uitzicht over het Malieveld. De ober brengt de koffie met appeltaart en echte slagroom. Ondertussen slaan wij de gebeurtenissen buiten gade. Er staat erg veel politie klaar. Meer politie dan demonstranten, concluderen wij. De studenten komen in groepjes en tegen de tijd dat wij vertrekken is het terrein aardig gevuld.

Het is twaalf uur en hoog tijd van start te gaan want we hebben een pittige wandeling voor de boeg en het donker valt vroeg in november. Eerst moeten we de drukke verkeersweg oversteken om in het Haagsche bosch te belanden. We zijn al meteen onder de indruk van de hoge bomen rond het Malieveld. Het Haagsche Bosch, lezen we, was ‘ideaal jachtdomein waar de graven van Holland zich konden uitleven.’ Aan het eind van het park passeer je Huis Den Bosch. Plotseling sta je voor een hek met daarachter een gebouw dat je zo goed kent omdat je’t vaak op tv hebt gezien. We missen een beetje de schildwachten, maar misschien staat het paleis momenteel leeg omdat het wordt gerenoveerd voor de nieuwe bewoners.

De lelijke grijze strook vóór de heg is de moderne beveiliging met camera's, die tegenwoordig alle paleizen hebben.
We lopen langs de muren van Landgoed Reigersbergen. Er zijn wel veel landgoederen hier, het gebied is vanaf de dertiende eeuw regeringszetel van Holland geweest. We passeren een enorm gebouw waar een automobielmuseum is gevestigd. We komen ook heel wat mooie oprijlanen tegen, maar de mooiste is wel bij de Marlotlaan, waar knoestige bomen langs groeien.
Bij Van der Valk gaan we naar binnen voor een flesje water kopen. Ik maak van de gelegenheid gebruik naar de wc te gaan. We komen nu in een gebied dat langs N44 ligt en waar buitenplaatsen en moderne villa’s staan. Dit is Wassenaar en hier wonen de miljonairs. Het goed is om te weten dat dit bestaat, vinden wij. De huizen zijn afgeschermd met heggen of muren. Langs de lanen groeien bomen, er staan geen bankjes.

Kasteel Oud Wassenaar.
 
Om twee uur hebben we het park van Kasteel Oud Wassenaar bereikt. Hier vinden we een bankje waar we onze lunch uitstallen en boterhammen eten. De zon wil niet achter de wolken vandaan komen en we zijn blij met truien en jassen die we dragen.
De route voert langs de rand van een bos met uitzicht op een gebouw dat lijkt op een bejaardentehuis of ziekenhuis. De grond is bedekt met een dik tapijt van bladeren, die ritselen onder je voeten. Soms struikel je over bomwortels die verborgen liggen onder de bladeren. We zien een tak met daaraan een zwam die lijkt op een witte bloem.
Druppels beginnen te vallen, terwijl we lopen tussen de kapitale panden. Niet erg genoeg om regenkleding tevoorschijn te halen. Bovendien lopen we merendeels onder bomen waar we beschutting vinden tegen de druppels. Een kopje koffie zou ook wel welkom zijn. “Soep,” verbetert de medewandelaarster. We beginnen onze benen te voelen.

 

Bij Landgoed Wiltzanck zie je een rij bomen met grillige wortels. Beneden: het Hertenhuisje, waar op de schemerige namiddag het licht al brandde.
 
Eindelijk naderen we het hoofddoel van onze wandeling: de Horsten. Eerst nog het fietstunneltje om onder de N44 door te komen, de provinciale weg oversteken en daar is het grote toegangshek. Bij het eerste huis aan de linkerkant bevindt zich de kaartjesautomaat. “Moeten wij een kaartje kopen?” “Wie controleert dat nou,” meent de medewandelaarster, “met dit weer en op deze tijd?” Want is inmiddels over vieren en het miezert nog steeds. “We gaan op bezoek bij de koning, daar hoeven we toch niet voor te betalen?” Dat doet het: we kopen geen kaartje.
We lopen de klinkerweg af en komen bij Theepaviljoen De Horsten. Een schattig gebouwtje en belangrijker: er straalt licht, het is dus open. We feliciteren onszelf, we kijken nog even op de prijskaart: niet exorbitant hoog. We wagen erop. Binnen brandt de ouderwetse kachel, het is gezellig. Langs het raam zitten dames aan de high tea.
Ik maak mijn brillenglazen schoon en wurg mij uit mijn trui die veel te warm is hier binnen. Daar komt de eigenaar al aan. Hij wijst meteen op onze routekaart die op tafel ligt. Willen wij nu nog door het park de Horsten lopen? Veel te laat, het hek gaat dicht om vijf uur en de route is minstens een uur wandelen. We zien het al voor ons: de koning in zijn warme bedje terwijl wij de nacht moeten doorbrengen in zijn park in de regen!
Er is niets bijzonders te zien volgens de eigenaar, alleen een heg. Maar er is toch ergens een hek? Ja, met twee marechaussees ervoor. Nou, meer verwachten wij ook niet. We zijn gewoon te laat, want het wordt donker en de kaart lezen in een donker bos gaat niet. Hebben we nog niet bij stil gestaan. Hij wijst op de kaart: we moeten terug naar de ingang en via de provinciale weg naar het station in Voorschoten. Als we nog even verder lopen, zegt hij, komen we in het centrum en daar is van alles; kunnen we voor een redelijke prijs iets eten. Ja, niet dat hij aandelen heeft.
 
 
 
Is er vegetarische soep, vragen we, en kan dat nog want het is half vijf? Ja want het theepaviljoen heeft een uitloop tot half zes. Weldra verschijnen twee kommen linzensoep met croutons. We kijken om ons heen, het theehuis is werkelijk gezellig, met allemaal verschillende theepotten als decoratie. Vast een oud jachthuis uit de tijd toen Prins Frederik er woonde. Dat deed men: voor jachtpartijen bouwde men een optrekje waar een maaltijd of een samenzijn werd georganiseerd voor de jachtpartij.
 
Het is over vijven als we naar buiten lopen, in de regen die nu gestaag valt. Onder de haag van rododendrons, waar het pad doorheen loopt stop ik om nog een foto te maken. Het gebouwtje ziet er knus uit tegen die achtergrond van het bos. Maar goed dat we geen kaartjes hebben gekocht!
 
In de stromende regen, met plu en regencape lopen we langs de provinciale weg. De afstand valt mee, in de verte zien we al de treinen verschijnen. Eerst de meereiskorting weer op de kaart zetten, de trein is verlaat en dat is nu een geluk. De ‘Metro’ laat ons een cartoon zien: een bedelaar zit langs het trottoir, met zijn hoed voor zich. Op het volgende plaatje is het een ZZP’er die daar zit. Ja, ja de keuze is: bijstand met weinig te doen en weinig mogen doen of ZZP’er zijn, hard werken, lange dagen en een karig inkomen. Kan je daarvan leven?
 

 
 


 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten