zondag 8 februari 2015

Wandeling naar Amelisweerd.


De zon staat stralend aan de hemel maar de wind is snijdend. Zo schraal dat ik halverwege op weg naar het treinstation omkeer om thuis warmere kleren aan te trekken. Opnieuw onderweg  koop ik een broodje om samen met de thermos thee in mijn rugzak als lunch te dienen. In Utrecht zoek ik de uitgang naar de bussen. Ik weet een beetje de weg in Utrecht, want deze wandeling maakte ik al vaker.

Via de Mariaplaats kom ik bij de Dom. Vlak voor de Dom is een boekhandel waar Friese teksten op de muren staan. Er tegenover dronk ik eerder dit jaar koffie met chocoladetaart in een kleine koffiebar, waar een vriendelijk meisje een praatje met mij maakte. Ik weet niet zeker welke koffiebar het was, tenslotte stap ik binnen in een soort café waar het druk genoeg is en waar ik om koffie vraag. In het café wordt Nederlands gesproken, niet zoals je in Amsterdam zo vaak hoort tegenwoordig: flarden Engels. Op weg naar het toilet beneden kom ik langs een stuk muur dat ogenschijnlijk geen doel dient maar aan het metselwerk is te zien dat het oud moet zijn. Is Utrecht niet ouder dan Amsterdam? De Romeinen bouwden hier al, lees ik in mijn routebeschrijving.

Ik ben nu op de Oude Gracht, beneden me stroomt de Kromme Rijn en die hoef ik alleen maar te volgen om in Amelisweerd te komen. Beneden langs de stroom, waar ’s zomers terrassen staan uitgestald en winkeltjes zijn geopend is het nu leeg. Enkel de grote kastanjes staan er kaal bij.  Ik volg de Gracht tot ik over de Vismarkt loop en langs de vestingwallen. Hier moet ik oversteken om langs een klinkerstraatje de weg langs de rivier te vervolgen. Het wordt nu gemakkelijk: het voetpad volgt het water, af en toe onderbroken door bruggetjes of een wandelbrug onder een drukke verkeersweg, die de Rijn kruist.
De boom Methusalem die in 2006 werd geveld na een bestaan van 240 jaar, bij landgoed Oud Amelisweerd.
 

Ooit was dit voetpad jaagpad. Naast het pad vermeldt een bordje hoe comfortabel dat reizen met de trekschuit wel was. Geen gehort en gestoot, men reisde alsof men in zijn eigen bed lag. Ik diep mijn broodje op uit mijn rugzak en eet het al lopend op. Het is inmiddels half een, lunchtijd.

Na een uurtje lopen langs de Kromme Rijn zie ik een brug met versiering naar links gaan. Dat moet wel het landgoed Oud-Amelisweerd zijn. En er ligt sneeuw! Een dun laagje weliswaar, maar toch…

Nu loop ik onder de hoge bomen, die elke keer weer indruk maken door hun volwassenheid. Niet zoals in het Amsterdamse bos, waar bomen groeien omdat iemand ze daar heeft geplant. Hier lijken de bomen zelf verkozen te hebben te groeien. Toch wordt het bos steeds bedreigd door de drukke verkeerswegen rondom. Van tijd tot tijd is er weer een verbreding nodig en wordt weer een strookje van het bos geofferd. Niet zonder protesten overigens.

Je bent je steeds bewust van verkeer, waar in het bos je ook loopt. Voor eerst loop ik de richting op van Nieuw Amelisweerd. De bosvloer is bedekt door een tapijt van bloeiende sneeuwklokjes, bossen groen van aronskelken. Een boomklevertje hamert tegen de bast van een boom. De weilanden rondom zijn door de kracht van de zon al weer groen; onder de bomen, in de schaduw ligt nog de sneeuw die de dag ervoor moet zijn gevallen, toen een sneeuwfront overtrok en voor een sneeuwkleed zorgde.
 

Ik ben toe aan mijn tweede koffiepauze: het koetshuis van Nieuw Amelisweerd is mijn gewoonlijke stop. Hier worden biologische lunchgerechten en koffie geserveerd. Het koetshuis blijkt echter in de renovatie; vóór het landhuis staat een tijdelijke behuizing waar je ook kaartjes kunt kopen voor bezichtiging van het huis. In dat landhuis spookt het, heb ik horen vertellen.

Mijn koffiepauze in de Veldkeuken gaat niet door; alle tafeltjes in de kleine ruimte zijn bezet. Maar weer loop ik naar buiten, en verder langs de oever van de Rijn. Dan herinner ik me landgoed Rhijnauwen even verderop, de jeugdherberg, hoewel Stayokay genoemd tegenwoordig. Zouden ze daar geen koffie gelegenheid hebben?

Ik volg het pad langs het water, door een hekje waar aan de buitenkant een bordje ‘verboden toegang’ prijkt. Onzin, daar achter is openbare weg. Voorbij de bocht doemt weer een brug op, ditmaal naar de jeugdherberg. Voor de ramen van het oude slot zie je de stapelbedden staan. Bij het Poorthuis brandt een terraskachel; sommige mensen drinken zelfs hun koffie op het terras. Maar binnen is een tafeltje vrij: ik neem worteltaart bij de koffie. Ik blader door een boekje over design in de jeugdherbergen en een tweede boek dat ridderhofstad Rhijnauwen aanbeveelt als trouw locatie.

Ik heb Amelisweerd wel zo’n beetje gezien. Ik kan naar Bunnik lopen en daar een trein proberen te vinden; ik kies ervoor terug naar Utrecht te lopen, omdat het nog vroeg in de middag is. Bij Oud Amelisweerd probeer ik nog een keer het huis goed op de foto te krijgen.
Oud Amelisweerd, met de Kromme Rijn op de voorgrond.
 

Op mijn weg terug van Amelisweerd naar Utrecht wordt ik mobiel gebeld. Iemand vertelt me dat hij financiële diensten aanbiedt. Hij heeft mij gevonden op een site en zegt een achterstand te hebben bij het inboeken. Kunnen we een afspraak maken? Een afspraak maken kan altijd. Als ik verder loop blijf ik piekeren over die afspraak: achterstand bij het boeken… Ik weet wat dat betekent; men wil zo snel mogelijk zoveel mogelijk ingevoerd hebben. Er mag niet te veel tijd in gaan zitten, want dan kan het niet worden doorberekend aan de klant. Zó wil ik niet werken.

De zon staat laag en schijnt in mijn gezicht; de dikke wanten die ik vanochtend nog ben gaan halen zijn niet meer nodig. Ik vindt een trein terug naar Amsterdam; in Amsterdam loop ik een extra rondje om de drukte van de straten tussen het CS en mijn huis te vermijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten