zondag 1 mei 2016

Autorit naar Dharan, Oost Nepal, 25 april 2016,

Onze nachtrust werd verstoord door honden. De zwerfhonden getuigen van hun bestaan, vooral een hond blijft maar door blaffen, anderen vallen vervolgens in.  Om vier uur, als ik wakker wordt is alles rustig.


Op de binnenplaats van Dunkhar guesthouse slaan wij het begin van de dag gade. Twee serveerstertjes vegen de binnenplaats, tot ze in een hoekje hun toilet gaan maken: haren kammen, zich wassen. Blijkbaar wonen ze in  het kamertje aan de binnenplaats. Aan een gebouw even verderop wordt gewerkt, schade aan de aardbeving? Tenslotte komt Henk naar beneden, tevoren drukte hij iedereen op het hart dat we om zeven uur zouden vertrekken. Nu versliep hij zichzelf.



We gaan eerst ontbijten: we lopen door nauwe, onregelmatige straatjes, voortdurend weg getoeterd door brommers. Veel mensen dragen stofkapjes, de lucht is zwaar van het stof en de uitlaatgassen. Een kort loopje brengt ons bij Boudha Stupa, plots zijn we te midden van het Tibetaans boeddhisme. Mensen lopen rond de tempel, in een nooit eindigende rij, met de klok mee. We gaan een koffiehuis binnen en vinden een plek met uitzicht op de tempel. Op het terras van de tempel staan mensen elkaar bakstenen door te geven. De tempel is beschadigd door de aardbeving, maar wordt nu hersteld.


Ons ontbijt is genuttigd en Subhar belt: die staat klaar met de jeep bij het guesthouse; hij gaat ons naar Dharan brengen langs de nieuwe weg, die de Japanners hebben gemaakt; de weg is smaller, maar minder druk. Naar berekening zal het sneller gaan dan de bus, maar de kosten gelijk aan die van de bus voor 4 of 5 personen.

De koffers zijn al ingeladen, het meeste op het dak gesnoerd, de rest achterin. Maar eerst nog een zakelijke bespreking, we stoppen bij een SOS kinderdorp. Henk kent daar iemand en hij wil advies wat betreft de reorganisatie van de stichting. We gaan een donkere horeca binnen, die tevens winkel is. Thee en koffie worden gebracht en Henk haalt een organogram, een organisatiemodel tevoorschijn waar hij aan heeft gewerkt. De SOS-medewerker, een oudere Nepalese heer die al 36 voor de kinderdorpen werkt begint te strepen. Nee, zo zou hij het niet doen, want dan krijg je situatie zus. Diego legt uit dat werken nog iets meer moet zijn dan alleen geld verdienen. De man luistert vriendelijk en vertelt dat drie maanden geleden zijn vrouw aan kanker overleed. Op de een of andere manier denk je dat kanker in Nepal niet zal voorkomen, of tenminste minder.


De rit door de bergen begint, de weg is goed, maar niet breed en met veel (haarspeld) bochten. Gereden wordt in Nepalese stijl, veel afremmen en versnellen, toeteren zodra zich iets beweegt. Inhalen zodra even mogelijk is; auto’s rijden recht op elkaar af, je hoopt maar dat op tijd wordt ingevoegd. Ook kunnen tegenliggers je weinig ruimte geven bij het passeren, waardoor je langs de rand scheert.

Eén bepaalde vrachtauto is bijzonder hardnekkig in het weigeren zich te laten passeren, Met de snelle, wendbare jeep gaat Subhar het gevecht aan. Wilskracht is ervoor nodig en toeteren , ik kijk om naar Diego. Hij heeft gister zijn twijfels geuit over de weg door de bergen. Diego geeft tussen duim en wijsvinger aan hoe dicht we langs de afgrond zijn gescheurd, ongeveer 5 cm.

We stoppen van tijd tot tijd, we zoeken naar een lunchplek; misschien waar de bussen staan met toeristen? Dat suggereert Diego maar Subhar stopt in een klein plaatsje, waar op  een gevel ‘restaurant’ staat. Het blijkt dat de eigenaar alleen cola verkoopt; blijkbaar weet hij niet wat het woord betekent.

We bereiken de hoofdweg van Kathmandu naar India, brede stoffige weg, wandelaars, kudden koeien en geiten. Vrachtauto’s die een hoop uitlaatgassen uitbraken, alles gebruikt hier  de weg, al toeterend. De airco aan of de ramen open, we wisselen het af. De bevolking hier is Indisch, Brahmanen noemt Henk ze. Ze missen het vriendelijke, zachtmoedige van de Nepalezen en Tibetanen. Het zijn overlevers; de armoe is schrijnend.

De  tocht door de Lehan, de stoffige vlakte zet zich voort.  Subhan rijdt nu een beetje als een maniak, hij verklaart waarom: sommige tegenliggers weigeren te remmen of weten niet hoe ze moeten dimmen; dat maakt het rijden hier in het donker bepaald onprettig.Hij wil zovel mogelijk deze vlakte achter on hebben, eer het donker valt. De zon gaat onder rond zeven uur. Hoog opgetaste wagens met hooi en goederen rijden zonder verlichting.

We bereiken het gebied waar Nepal aan India grenst, hier komen de rivieren samen uit de Himalaya. Het is een gebied waarover ruzie bestaat tussen Nepal en India. Subhar vertelt niet zonder leedvermaak hoe India in de regentijd de dam afsloot waardoor het water aan de Nepalese kant steeg. Uiteindelijk openden ze toch de dam met als gevolg: een overstroming in India. We rijden naar het noorden en van tijd tot tijd wordt er gebeld: Saurov, in Dharan wordt op ons gewacht.  

Plots stopt Subhar de auto en stapt uit om de bagage te controleren. Hij hoorde het zijl klepperen en plots had hij zich afgevraagd of de koffers er nog wel waren. We hadden in de laagvlakte een vrij lange pauze genomen en de auto onbeheerd achtergelaten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten