Onze nachtrust werd verstoord door honden. De zwerfhonden
getuigen van hun bestaan, vooral een hond blijft maar door blaffen, anderen
vallen vervolgens in. Om vier uur, als
ik wakker wordt is alles rustig.
Op de binnenplaats van Dunkhar guesthouse slaan wij het
begin van de dag gade. Twee serveerstertjes vegen de binnenplaats, tot ze in
een hoekje hun toilet gaan maken: haren kammen, zich wassen. Blijkbaar wonen ze
in het kamertje aan de binnenplaats. Aan een gebouw even verderop wordt gewerkt, schade aan de
aardbeving? Tenslotte komt Henk naar beneden, tevoren drukte hij iedereen op
het hart dat we om zeven uur zouden vertrekken. Nu versliep hij zichzelf.
We gaan eerst ontbijten: we lopen door nauwe, onregelmatige
straatjes, voortdurend weg getoeterd door brommers. Veel mensen dragen
stofkapjes, de lucht is zwaar van het stof en de uitlaatgassen. Een kort loopje
brengt ons bij Boudha Stupa, plots zijn we te midden van het Tibetaans
boeddhisme. Mensen lopen rond de tempel, in een nooit eindigende rij, met de
klok mee. We gaan een koffiehuis binnen en vinden een plek met uitzicht op de
tempel. Op het terras van de tempel staan mensen elkaar bakstenen door te
geven. De tempel is beschadigd door de aardbeving, maar wordt nu hersteld.
Ons ontbijt is genuttigd en Subhar belt: die staat klaar met
de jeep bij het guesthouse; hij gaat ons naar Dharan brengen langs de nieuwe
weg, die de Japanners hebben gemaakt; de weg is smaller, maar minder druk. Naar
berekening zal het sneller gaan dan de bus, maar de kosten gelijk aan die van
de bus voor 4 of 5 personen.
De koffers zijn al ingeladen, het meeste op het dak
gesnoerd, de rest achterin. Maar eerst nog een zakelijke bespreking, we stoppen
bij een SOS kinderdorp. Henk kent daar iemand en hij wil advies wat betreft de
reorganisatie van de stichting. We gaan een donkere horeca binnen, die tevens
winkel is. Thee en koffie worden gebracht en Henk haalt een organogram, een
organisatiemodel tevoorschijn waar hij aan heeft gewerkt. De SOS-medewerker,
een oudere Nepalese heer die al 36 voor de kinderdorpen werkt begint te
strepen. Nee, zo zou hij het niet doen, want dan krijg je situatie zus. Diego
legt uit dat werken nog iets meer moet zijn dan alleen geld verdienen. De man
luistert vriendelijk en vertelt dat drie maanden geleden zijn vrouw aan kanker
overleed. Op de een of andere manier denk je dat kanker in Nepal niet zal
voorkomen, of tenminste minder.
De rit door de bergen begint, de weg is goed, maar niet
breed en met veel (haarspeld) bochten. Gereden wordt in Nepalese stijl, veel
afremmen en versnellen, toeteren zodra zich iets beweegt. Inhalen zodra even
mogelijk is; auto’s rijden recht op elkaar af, je hoopt maar dat op tijd wordt
ingevoegd. Ook kunnen tegenliggers je weinig ruimte geven bij het passeren,
waardoor je langs de rand scheert.
Eén bepaalde vrachtauto is bijzonder hardnekkig in het
weigeren zich te laten passeren, Met de snelle, wendbare jeep gaat Subhar het
gevecht aan. Wilskracht is ervoor nodig en toeteren , ik kijk om naar Diego.
Hij heeft gister zijn twijfels geuit over de weg door de bergen. Diego geeft
tussen duim en wijsvinger aan hoe dicht we langs de afgrond zijn gescheurd,
ongeveer 5 cm.
We stoppen van tijd tot tijd, we zoeken naar een lunchplek;
misschien waar de bussen staan met toeristen? Dat suggereert Diego maar Subhar
stopt in een klein plaatsje, waar op een
gevel ‘restaurant’ staat. Het blijkt dat de eigenaar alleen cola verkoopt;
blijkbaar weet hij niet wat het woord betekent.
We bereiken de hoofdweg van Kathmandu naar India, brede
stoffige weg, wandelaars, kudden koeien en geiten. Vrachtauto’s die een hoop
uitlaatgassen uitbraken, alles gebruikt hier de weg, al toeterend. De airco aan of de ramen
open, we wisselen het af. De bevolking hier is Indisch, Brahmanen noemt Henk
ze. Ze missen het vriendelijke, zachtmoedige van de Nepalezen en Tibetanen. Het
zijn overlevers; de armoe is schrijnend.
De tocht door de
Lehan, de stoffige vlakte zet zich voort.
Subhan rijdt nu een beetje als een maniak, hij verklaart waarom: sommige
tegenliggers weigeren te remmen of weten niet hoe ze moeten dimmen; dat maakt
het rijden hier in het donker bepaald onprettig.Hij wil zovel mogelijk deze
vlakte achter on hebben, eer het donker valt. De zon gaat onder rond zeven uur.
Hoog opgetaste wagens met hooi en goederen rijden zonder verlichting.
We bereiken het gebied waar Nepal aan India grenst, hier
komen de rivieren samen uit de Himalaya. Het is een gebied waarover ruzie
bestaat tussen Nepal en India. Subhar vertelt niet zonder leedvermaak hoe India
in de regentijd de dam afsloot waardoor het water aan de Nepalese kant steeg.
Uiteindelijk openden ze toch de dam met als gevolg: een overstroming in India.
We rijden naar het noorden en van tijd tot tijd wordt er gebeld: Saurov, in
Dharan wordt op ons gewacht.
Plots stopt
Subhar de auto en stapt uit om de bagage te controleren. Hij hoorde het zijl
klepperen en plots had hij zich afgevraagd of de koffers er nog wel waren. We
hadden in de laagvlakte een vrij lange pauze genomen en de auto onbeheerd
achtergelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten