maandag 9 mei 2016

Wildwatervaren op de Tamorrivier, Nepal, 2 mei 2016.

Beneden wacht de bus en ik moet nog mijn tanden poetsen. Het ontbijt bij Madan is zo uitgebreid, zelf eet hij nooit zoveel ’s ochtends, zegt hij. Ik ben blij met het vele fruit dat op tafel verschijnt, goed om naar de wc te kunnen.

Madan komt roepen: “Hanny!” op zijn gewone ongeduldige manier. Ik probeer me te haasten, maar tegelijk nog de lege kop mee te nemen waarin de bediende mij elke ochtend koffie brengt. Die koffie giet ik weg omdat er teveel suiker in zit, maar heb nog geen gelegenheid gehad dit aan de bediende duidelijk te maken. Chandra, de bediende komt mij nu ook roepen: “Mam!” Ik pak alles bij elkaar, schoenen in de hand; de kop valt in stukken op de gang. Dat ook nog; nu komt Chandra tevoorschijn en zegt op zijn rustige manier: “ Mam, it’s ok.”

Hij gaat de scherven opruimen en ik sprint op blote voeten naar beneden waar de gammele, oude bus, hoog opgeladen met materiaal met de deelnemers erin, op mij staat te wachten. Als enige vrouwelijk deelneemster aan de expeditie vind ik een plekje op de achterbank, naast Peter. De tocht wordt dezelfde als eergister, alleen nu gaan we niet verder dan de brug bij Chebun, over de Tamorrivier.


De vlotten worden opgeblazen met handpompen, het is een grappig gezicht: de pomper wipt steeds een stukje omhoog: er gaat heel wat lucht in zo’n vlot. Waardevolle dingen: camera’s, telefoons  gaan in waterdichte zakken, vervolgens krijgen we instructies, bevelen die we moeten opvolgen en die worden afgeroepen door de man die de riemen bedient.

Instructies wildwatervaren vooraf.

Eindelijk is alles gereed, de vlotten worden te water gelaten en wij nemen plaats op de zijkanten, peddel in de hand. Al meteen komt de eerste stroomversnelling en wij krijgen enig idee. “Nee hoor, dit is nog niets,” horen we. De commando’s worden nu herhaald, snel achter elkaar om ons te laten wennen. De roeier laat een tevreden geluidje horen.

Dan valt Peter in het water, kleren en al. Of werd hij geduwd door Diego? Duidelijk is dat het Peter’s wens is in het water te belanden. Sterker nog: hij wil al zwemmend een stroomversnelling nemen, de roeier geeft aanwijzingen welk pad hij het best kan volgen. Volgens Peter een ervaring die aanbevelingswaard is.

Iedereen springt nu in het water. Nepalezen kunnen niet zwemmen; maar met de zwemvesten blijf je drijven; ze krabbelen zoals hondjes doen. Zwemmen tegen de stroom in is niet mogelijk; ik probeer het maar kom niet vooruit. De roeier hijst mij aan boord door de banden van mijn zwemvest vast te pakken.


De lunch wordt klaargemaakt.


Een jongen met een kano vaart met de twee vlotten mee; zijn taak is: het maken van opnamen en filmpjes met een camera’tje, geprojecteerd op zijn helm. Verder kan hij assistentie verlenen mocht iemand in het water belanden, of erger nog: zich bezeren aan de rotsen.

De tocht gaat verder, de Tamor rivier af. Geroeid behoeft er eigenlijk niet te worden; de stroom neemt het vlot mee. De roeier corrigeert, zodat de beste passage wordt gevonden. Omdat soms vóór een stroomversnelling wat hulp nodig is, moeten wij peddelen. Zodra je in de stroomversnelling bent, pak je het touw langs de zijkant van het vlot vast. Het vlot gaat hotsen en botsen. Soms is er een gat in de stroom waar het vlot invalt, dan krijg je een plens water over je heen.



Door de natheid word je rillerig, het duurt een tijdje voor je bent opgedroogd en weer warm van de zon. Soms zijn er golven die het vlot optillen als een branding. Tussen ons in zit een oude man die wij soms zien in het huis van Madan – het lijkt wel of beneden op de sofa soms mensen de nacht doorbrengen. De oude man, met helm en zwemvest geniet stilletjes. Een ijsvogeltje met felle kleuren zit op een tak.

Terwijl de jongens de vlotten leeg laten lopen en het materiaal in de bus stouwen, gaan wij naar een boerderijtje in de buurt. De bewoners zorgen voor een kopje thee – zonder suiker voor mij. Beneden scharrelen de geiten en een varkentje rond. Een trap leidt naar boven en daarvan kan ik gebruik maken om de meegenomen droge kleren aan te trekken. Madan’s vrouw heeft haar man aangeraden mij niet mee te nemen op de vlotten; ik zou te oud zijn en bang worden? Niet veel kans op, de tocht had gerust nog een tikkeltje avontuurlijker mogen zijn, wat mij betreft.

Boerderijtje waar we thee drinken, onder: de oven.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten